Passau tot Wenen
10 mei 2011 Linz
Na het prima ontbijt is het tijd om onze zeer ruime en rustige kamer
te verlaten. Op naar Passau.
Op de Donau zien we sinds Regensburg regelmatig scheepvaart.
Vrachtschepen en varende kijkdozen vol tourende toeristen. Eerder is
de Donau niet bevaarbaar. De vaargeul is smal en goed aangegeven,
langs de kant regelmatig minivuurtorens, opletten voor de schippers.
Bij het sluizencomplex vlak voor Passau staat aangegeven dat de
schepen zich bij het spreekding moeten melden en wachten op de
gesproken instructies. Hebben ze geen marifoon?
In Passau werpen we een blik in de dom. Sttt, zegt Hanneke, we zijn in
een kerk. Veel groepen toeristen die braaf achter een gids met paraplu
of spoorwachtersspiegelei aanlopen. Maarten vindt de binnenstad van
Regensburg gezelliger.
De dom is aan de buitenkant ingepakt en wordt schoongemaakt. De delen
die af zijn, zijn oogverblindend wit.
Tegenover de dom is een kleine markt. Een bloemenstal met wat verlopen
bloemen. Een kraam met biobrood, we kopen heerlijk walnotenbrood. De
mevrouw ernaast laat ons kaas en worst proeven, heerlijk. We kopen een
stuk geitenkaas en een smakelijk worstje. Zo, de lunch is geregeld.
In Passau komen drie rivieren samen, de Donau, de Inn en de Ilz. Waar
ze samenkomen een mooi schouwspel van drie kleuren water.
Na Passau is het eenvoudig de weg langs de Donau volgen. Eerst nog
langs een drukke weg, dan langs rustige wegen en fietspaden. De Donau
stroomt door een nauwe vallei, groene steile heuvels aan beide zijden,
op een enkel dorpje of boerderij na slechts bomen en weides. Bijzonder
fraai landschap.
Er is tegenwind maar lang niet zoveel als gisteren. Af en toe
schuimstrepen op de Donau. We zijn grotendeels beschut door de
heuvels.
Fijn fietsen in tweeërlei opzicht: het fraaie landschap en de goede
rustige wegen. Lange tijd koersen we rond de 30 km/uur. En wederom
boffen we met het weer, de zon schijnt de hele dag en het is tegen de
25 graden.
Regelmatig halen we fietsers in maar het zijn er lang niet zoveel als
iemand ons ooit enthousiast vertelde. Die sprak over tienduizend
fietsers die per dag uit Passau vertrekken. Waarschijnlijk in het
hoogseizoen in de zomer.
Sommige fietsers zijn echt oelewappers in het kwadraat. Ze houden niet
rechts maar zwalken als dronkaards. De weg is breed genoeg om netjes
met z’n tweeën naast elkaar te rijden en dan is er nog genoeg ruimte
voor tegenliggers of inhalers. Op een gegeven moment halen we zo’n
clubje zwalkers in. We bellen netjes. De helft gaat keurig opzij. Een
paar anderen aarzelen en kijken eerst over de schouder, waardoor ze
nog verder naar links uitwijken. Nogmaals bellen. 1 man blijft links
rijden en wil dat we rechts inhalen. Als Maarten langs hem fietst,
belandt hij links naast het asfalt. Hij houdt z’n stuur niet meer
onder controle en vliegt half over zijn stuur heen. Zijn achterwiel
gaat eerst recht de lucht in, waarschijnlijk remt hij hard op zijn
voorwiel, en dan draait zijn fiets dwars over het fietspad, rakelings
langs Maarten. Dat ging net goed. Wat een sukkel, fiets toch gewoon
rechts of verhuis naar Engeland.
Voordat we Duitsland verlaten, kopen we nog wat drankjes bij een
supermarkt. De afgelopen twee weken dat we in Duitsland waren, hebben
we geen ‘normale’ supermarkt gezien, dat wil zeggen een soort Albert
Heijn met een wat uitgebreider luxer assortiment. We waren in de Lidl,
de Aldi. En ook in de Netto, Norma en Penny, allemaal met dezelfde
simpele Lidl / Aldi formule. Vreemd.
We hebben ‘klunch’ bij een kraftwerkhaus in een net cafetaria. Klunch
is koffie met kuchen en als lunch een simpel broodje.
Iets verderop is de grens. Een paar simpele bordjes langs het
fietspad. Eindelijk zijn we in Oostenrijk. We laten de Freistaat
Bayern achter ons. Freistaat? Waarschijnlijk willen ze dat zelf graag.
Tot Au volgen we de linker oever. In Au een schattig kneuterig
fietspontje naar de overkant. Lunch aan de Donau-oever, de varende
kijkdoos komt weer voorbij. De lunch geeft ons vleugels en we fietsen
met Hollandse snelheden door.
In Aschach ineens een heel ander landschap. Het is vlak om ons heen.
Een eind verder via een sluizencomplex terug naar de linker oever. Er
is daar de Oostenrijkse ‘bosbaan’, een mooi uitziende
wedstrijdroeibaan.
Nog maar tien kilometer naar Linz. Kruipdoor sluipdoor en dan een
fietspad langs een drukke weg.
Mooi op tijd arriveren we in Linz. Vandaag bijna 130 km afgelegd.
Dankzij de goede wegen ging het erg makkelijk. We voelen ons lang niet
zo moe als gisteren.
We slapen in een hotel midden op het plein van de nieuwe dom. Een
spectaculair modern strak gebouw, ook een soort kijkdoos met veel
glas. Wat een contrast met de dom. Onze kamer is erg modern en strak
van binnen met high tech voorzieningen. Puzzelen hoe het licht in de
badkamer aangaat.
Rondje door de binnenstad, ijsje eten.
Avond eten in het hippe restaurant bij het hotel, op het terras op het
domplein. Salade en schinken vooraf. Dan asperge-risotto en zalmforel
met groentenratatouille en aardappelen (erdaepfel heet dat in
Oostenrijk) met lekkere gember-koriandersaus. Als wijn eerst een
Gruener Veltliner. Deze is notabene minder, vlakker dan die een paar
dagen geleden in Duitsland. Als tweede glas daarom een Riesling. Die
keuren we wel goed.
11 mei 2011 Melk
Gisteravond de control centra in onze kamer nader bekeken. Het lijkt
Starship Enterprise wel. Bij ieder bed en ook in de badkamer is zo’n
control centrum, voor de bediening van verlichting, zonneschermen etc.
Het ontbijt is uitstekend.
Onze fietsen sliepen luxe in een congreszaaltje. We halen ze er uit
(helaas) net voordat de eerste zakenmannen komen confereren.
Linz uit fietst prettiger dan erin. De wegen zijn net als gisteren
goed en het navigeert makkelijk. Dat is mooi want we hopen rond 4 uur
in Melk te zijn zodat we ruim de tijd hebben om het beroemde klooster
te bekijken.
Maar helaas, een traject langs de Donaudijk is afgezet vanwege een
baustelle en we moeten omrijden. We worden volledig de verkeerde kant
omgeleid, noord in plaats van zuid. Naar later blijkt rijden we ruim
10 km om. Jammer van de tijd. Uiteindelijk wordt ook de reden van de
omleiding duidelijk. De streek heeft erg veel last van hoog water in
de Donau. Halve dorpen hebben blank gestaan, ook nog in 2002. Ze
bouwen enorme dijken om de dorpen heen, soms met afsluitbare
waterkeringen.
Eindelijk komen we bij een sluizencomplex waar we als gepland de Donau
kunnen oversteken.
Er zit een wielrenner achter ons: FIS alarm! We gaan wat harder, 30
km/uur en de fietser blijft achter ons hangen. Wat harder, 32 en we
raken de fietser niet kwijt. Nog harder, 35-36, en de fietser zit nog
steeds in ons zog. Ik zou me doodschamen, de wielrenner is zeker 20
jaar jonger, heeft geen bepakking en fietst vast bij lange na geen 100
km of meer. Iets verder neemt de fietser een andere richting.
Tijd voor cappuccino met kuchen. Ai, we krijgen koffie met slagroom.
Als we op de kaart kijken, snappen we waarom. We zijn net de grens
over tussen Oberoesterreich en Niederoesterreich. En in Niederoesterreich
dien je een wiener melange te bestellen in plaats van cappuccino.
Ons traject gaat over rustige landweggetjes en donaudijken. Ruim voor
Ybbs gaat de Donau door een nauwe vallei. Krijtrotsen tot bijna aan de
weg. Aan beide zijden van de Donau steile bebosde heuvels. Spelletje:
hoeveel verschillende kleuren groen zien we?
Deze vakantie plakken we Schleckers (soort Duitse Kruidvat). Vele
vakanties geleden zijn we begonnen met het plakken van strodoppen die
toen plots in de mode waren, in de traditie van Maarten’s moeder. Deze
vakantie dus Schleckers. Ieder Duits dorp heeft er minimaal 1, en
Oostenrijkse dorpen vaak ook. Plakken is niet echt spannend. We hadden
beter pipowagens kunnen plakken.
Zagen we in Duitsland eigenlijk geen gewone supermarkt, in Oostenrijk
vinden we de ouderwetse Spar. Prima voor bijvoorbeeld simpele
karnemelk.
Nog een paar keer is het FIS alarm. Dit jut ons op, goed voor de
gemiddelde snelheid.
Dit resulteert erin dat we mooi op tijd in Melk arriveren, om kwart
voor vier. Snel onze spullen in het hotel gedumpt en naar het klooster
gelopen. We kijken onze ogen uit. Dankzij een 30jarige restauratie
staat het klooster strak in de lak.
Zo druk als het hoofdstraatje van Melk was bij aankomst, zo rustig is
het nu. De toeristen die met boot- en busladingen tegelijk werden
aangevoerd, zijn terug naar hun hotel in Wenen.
Ons avondeten nuttigen we op een terrasje in de hoofdstraat. Simpel,
geen culinair hoogstandje deze keer, pizza en salade. Achter ons vier
Hollanders die luidkeels zwetsen over niets.
12 mei 2011 Wenen
Ons Melk-hotel is geen plek om graag terug te komen. Alle
basisvoorzieningen waren aanwezig, maar het hotel miste iedere
uitstraling. De receptionist zag eruit alsof hij net onder de
strijkbout vandaan kwam, wat een uitgestreken figuur. Inpakken en
wegwezen dus.
Even oppassen dat we Melk goed uitfietsen en niet op de autoweg
terechtkomen. Het eerste traject verloopt moeizaam. Een paar
Baustelles, overal dijkverzwaringen. Ze leggen een soort
mini-deltawerken aan.
Na 15 kilometer zijn we echt in de Wachau. Lieflijke fruit- en
wijngaarden naast de Donau.
Ook al hebben we het qua kilometers nog niet echt verdiend, in Mautern
is het koffie en kuchentijd. We bestellen netjes wiener melange, maar
krijgen de o zo gevreesde koffie-slag. Hanneke neemt er een Mohr ins
Hemd bij uit nieuwsgierigheid, Maarten een apfelstrudel. De moor in
zijn hempie is een chokocakeje met chokosaus. Opgepiept in de
magnetron zodat het cakeje zijn structuur kwijt is.
Maarten krijgt de slechtste Apfelstrudel van de afgelopen tien jaar.
Wat zeg ik, van mijn hele leven. Het cakedeel verkracht in de
magnetron. En na lang en zorgvuldig zoeken niet een, nul, nada niks
stukjes appel teruggevonden in het sponge bob omhulsel.
Smachtend kijken we naar de overkant waar een jeune restaurateur zit
met een zo te zien uitstekende menukaart. Helaas, deze is rond
koffietijd nog niet open.
Wegwezen hier. Er volgt een easy traject over mooie jaagpaden. Ineens
zien we in de berm een jong zwijntje scharrelen!
We kachelen zo lekker door en trappen zo 45 kilometer weg. Dan vragen
onze magen, met restsporen van verkrachte sponscakejes, om lunch.
Direct als we Tulln inrijden zien we een grappig tentje met
biertafels. Enthousiast vertelt Conny, die bedient, dat ze nog twee
specialiteiten van de dag heeft: Beuschl en groentenstrudel. Slim als
we zijn vragen we wat Beuschl is. Conny raakt nu echt op dreef. Ze
vertelt dat dat runderlong is gevuld met hart en maag. Ze vertelt dat
zij dat echter bereiden zonder long maar… We luisteren al niet meer
en worden spontaan vegetarier.
Maarten neemt de groentenstrudel, Hanneke een kaasworstje.
Helaas, alsof de duvel ermee speelt. Ook deze groentenstrudel heeft de
speciale bereiding van deze streek ondergaan: een verkrachting in de
magnetron. De vulling van doperwten en wortels komen uit blik. Tja,
naar binnen proppen en doorfietsen maar weer.
Het is nu niet ver meer naar Wenen. Bij odo 2444 km de gebroken
aandrijfkabel van Hanneke vervangen.
Dan, keurig om half vier, rijden we de buitenwijken van Wenen binnen.
We kunnen nog geen afscheid van de Donau nemen en doen een rondje
Donauinsel. Voor de laatste keer zitten aan de Donau.
De afgelopen dagen vergeten een paar dingen te noteren:
De smog van Linz. Bij het slapen in Linz was het al te merken aan de
ademhaling en slijmvliezen: de stad heeft een smogprobleem. Als we de
stad achter ons laten, zien we boven de stad een grauwe nevel hangen.
Ieder Duits en Oostenrijks dorp heeft een soort kerstboom op een hoge
paal staan, met eronder versierde hoepels. Wat zijn dit? Meibomen,
paasbomen of pinksterbomen? Of derde communebomen?
Onze roeifietsen hebben veel bekijks. Als we stilstaan, komen vaak
mensen op ons af en vragen wat dat is. ‘Ein Ruderrad, die Beine
druecken, die Arme ziehen’. Ontelbare malen hebben we dit uitgelegd.
Grappig zijn soms ook de uitroepen die mensen slaken. Een greep:
Cooles Rad
Tolle Raeder
Geile Radler
Das sind Sachen
Oh mein Gottic (gottic meisjes)
Das ist doch Wahnsinn
Respect (als ze horen dat we uit Amsterdam komen)
Ons Weens hotel ligt vlakbij de Westbahnhof. Makkelijk als we zaterdag
op de trein stappen. Er komen betekent wel 10 kilometer door de stad
navigeren. Ondanks het spitsuur gaat dat vrij makkelijk over de
fietspaden van de Guertelweg.
’s Avonds nemen we de Ubahn naar de Nassmarkt. Waarom heet dat zo? Kan
je er lekker nassen? Nee, het kan er heftig regenen, je wordt er nat.
Als we er op zoek gaan naar een eettent, hangen er donkere wolken
boven de stad. Windvlagen die parasols en wat-heb-ik-te-koop-borden
omblazen. We vluchten een sushitent in bij het vallen van de eerste
druppels. De laatste vrije tafel is voor ons. De rauwe vis is beter
dan alle strudels van vandaag bij elkaar. Japans Kiranabiertje erbij.
13 + 14 mei 2011 Wenen
Wien, Wein, Weib und Gesang. Wat een enorme verzameling geometrisch
geordende stenen en beton.
Vandaag een roetsloze dag. Dat is wennen.
We verkennen de stad. Stephansdom, kuchen bij Demel (dat is pas een
goede! in een keer de ervaring van gisteren vergeten), Hundertwasser
(minder geordend dan die andere stenenhopen), meccano reuzenrad in
Prater en een drankje in de strandbar Hermann.
Heerlijk stadweer. Vandaag voor het eerst in al die weken Westenwind.
Zouden we die zomaar in de rug hebben gehad..
Vanmiddag liepen we langs Julius Meinl, een soort Oostenrijkse Globus
(Globus is een soort Zwitserse Julius Meinl). De overheerlijkste
dingen zijn te vinden in die winkel. Inclusief een uitgebreide
wijncollectie. Een Gruener Veltliner rond de zes euro, geen probleem.
Een top cru Bourgogne voor duizend euro, ook geen probleem.
Eten kan er ook, in de gezellige wijnkelder omgeven door een kapitaal
aan wijn. Hier strijken we ’s avonds neer. We proeven een aantal
Oostenrijkse wijnen: een sekt, een gruener veltliner, twee rieslings en
een hele bijzondere rode waarvan de druif ons even is ontschoten. De
wijnen worden begeleid door antipasti, gepocheerde zalm en
asperge-ravioli en een (franse) kaasplankje. Genieten!
Morgen nog een dag de stad in en dan gaan we met de trein naar huis.
Op tijd, want vandaag en morgen is het nog zonnig en ruim 20 graden.
Zondag 14 graden en regen, wegwezen.
Zo eindigt onze roetsvakantie. Een fantastische belevenis. Bijna 1900
km geroetst op onze fijne carbonroetsen. Geen materiaalpech, amper (2
uur) regen, fraaie landschappen van de Rijn, Zwarte Woud en Donau,
prachtige eeuwenoude dorpen en steden.
Zo eindigt ook dit dagboek, noest getypt met het tweevingersysteem op
m’n telefoon.