Techniek voor CVT bezitters
Smering lagers

Smeer de voetensleelagers en de boegspriet regelmatig, zeker nadat je in de regen gereden hebt. De boegspriet en de chroomlaag kunnen heel erg lang meegaan als je het maar vet houdt.
Zodra de lagerschalen roesten zijn er microscopische kraterranden op de loopvlakken aanwezig die de slijtage van het chroom van de boegspriet enorm versnellen.
Door zand en gewone belasting komen er door normaal gebruik microgaatjes in het chroom, als de spriet in het vet staat zal er niets gaan roesten en is er niets aan de hand. Als de boegspriet echter droogstaat, en bijvoorbeeld nat geparkeerd wordt na een rit door pekelwater dan zal het staal onder het chroom gaan roesten en krijg je roestblaasjes onder je chroomlaag. Je kan op het staal van je boegspriet en met geroeste lagerschalen misschien nog wel tienduizenden kilometers doorrijden maar het ruwe roestoppervlak is luidruchtig en het loopt en oogt niet zo mooi…|

Verslappen elastiek

Het is inmiddels opgevallen dat het elastiek in de boegspriet na verloop van tijd best aanmerkelijk verslapt. Op een gegeven moment, bijvoorbeeld na een jaar, is er zo weinig spanning op de aandrijfkabel over dat deze bij snel oprijden, vooral in het zwaarste verzet, even slap komt te staan tijdens het terug oprollen op de Snek. Dit kan resulteren in een slip gevoel bij de volgende slag; de kabel slipt eerst een eindje over de Snek alvorens hij strak staat en het achterwiel meepakt. In het ergste geval kan de kabel zelfs even de groef kwijtraken en van de Snek aflopen. Verslappen van het elastiek is te minimaliseren door de roeifiets in het lichtste verzet te parkeren/ stallen, dan staat er het minste spanning op het elastiek. Bij langere pauzes tussen het roeifietsen, bijvoorbeeld tijdens de winterstop, kan je de spanning helemaal van het elastiek afhalen. Het strakker zetten van het elastiek Bovenbeschreven effecten zijn gemakkelijk te verhelpen door het elastiek strakker te zetten.

  • Je laat de twee Dyneema®  koordjes die je aan de linkerkant van de boegspriet nabij bij het balhoofd ziet zitten in de boegspriet zakken; knoop er even een dun touwtje of ijzerdraad aan vast om ze naderhand weer terug op hun plek te krijgen.
  • Haal de twee elastiekuiteinden met aangeknoopt Dyneema® koord aan de voorkant uit de boegspriet en leg een extra knoop in de Dyneema®  koordjes waardoor er meer spanning op het elastiek komt. Dit opspannen kan je zeker één keer doen, misschien dat je een jaartje later het gehele elastiek eens moet vernieuwen.

Afstelling van de bedieningskabel

De afstelling en de gangbaarheid van de bedieningskabel van het wiggenhuis aan de voetenslee is belangrijk. De buiten- en binnenkabel moet je regelmatig, bijvoorbeeld jaarlijks, vernieuwen.
Als je merkt dat het het induwen van de koppelingsknop zwaar gaat dan komt dit waarschijnlijk door roest van de buitenmantel van de bedieningskabel die klemt op de binnenkabel. Behalve dat je hierdoor zwaar schakelt is het omgekeerde ook het geval: de wiggen moeten ook veel kracht uitoefenen op de bedieningskabel om weer in volledig vergrendelde toestand te komen. Hierdoor kan het zijn dat de wiggen niet volledig vergrendelen en daardoor kan de aandrijfkabel problemen krijgen: de wiggen klemmen wel de buitenstrengen maar niet de kern van de kabel goed vast, de kabel gaat opstroppen en je krijgt uittreding van de kern van de kabel te zien. In het ergste geval kan hij helemaal gaan slippen. Dit moet je voorblijven want anders betekent het wiggen en aandrijfkabel vernieuwen!

Montage nieuwe versnellingskabels CVT roeifietsen

  • Demonteer het kapje van de koppelings (rechterduim) knop en voer een nieuwe binnenkabel in zodat het tonnetje van de kabel in het kunststofdeel komt te liggen.
  • Voer deze binnenkabel door het korte stukje buitenkabel, door de bovenste versteller op de achterzijde van het stuur, door 2 schroefnippels (Hieraan wordt later de tweede binnenkabel bevestigd) en voer hem dan door de linker versteller aan de onderzijde.
  • Ga via een buitenkabel met deze binnenkabel naar de snekblocker (vlak bij het Snektandwiel) die de Snek vergrendelt bij het schakelen.
  • Zet alle drie de kabelverstellers aan de achterzijde stuur ongeveer in de middenstand zodat je later kunt verstellen naar alle kanten indien nodig.
  • Hierna stel je als eerste deze versnellingskabel die naar achter loopt af. Pas als je de koppelingsknop helemaal ingeduwd hebt moet het tandje van het Snek blocker hefboompje geheel in de vertanding van het snektandwiel vallen.
  • Als de aandrijfkabel gemonteerd is stel je nu de 2 wiggenduwers (de 2 aluminium moeren met daarin het kunststof wiggenduwertje) zo af dat als je ze zachtjes tegen de wiggen ( in het wiggenhuis) aanduwt er nog ± 3 mm over is tussen moer en wiggenhuis.
  • Je kan met een steeksleutel 14 de moeren in of uitdraaien. Als je van type aandrijfkabel wisselt moet je vaak ook deze moeren even opnieuw stellen; het ene type aandrijfkabel kan iets dikker zijn dan een ander waardoor de wiggen meer naar buiten of binnen komen te liggen.
  • Nu ga je een binnenkabel monteren vanaf het wiggenhuis naar het stuur; Het tonnetje van de kabel komt te liggen in de uitsparing in het zwarte kunststofdeel dat de voorste wiggenduwer aanstuurt. Dit kunststofdeel komt met het stelboutje aan de buitenkant en naar voren gericht op de aandrijfkabel.
  • Dit tonnetje komt aan de binnenkant, dus in de uitsparing zonder holle stelbout. Haal het kabeluiteinde door de zwarte kabelverdeler (die de achterste wiggenduwer aanstuurt) dusdanig dat de daarin uitgefreesde opening aan de onderzijde komt.
  • Voer de kabel hier door 2 schroefnippels, (hier wordt straks de 3e kabel aan bevestigd) dan door het achterste stelboutje.
  • Voer de kabel verder door het flexibele buitenpijpje, dan door de buitenkabel naar het stuur, en daar aangekomen haal je de binnenkabel door de ene overgebleven versteller en door de 2 schroefnippels die al op de eerste versnellingskabel bevestigd zijn.
  • Trek nu de wiggenhuis kabel losjes naar boven zodat de beide kunststofdelen net tegen de wiggenduwers aankomen. Trek de linker vernellingskabel naar beneden zover het gaat en schroef een schroefnippel vast terwijl je deze kwa hoogte midden tussen de verstelbouten houdt.
  • Haal nu de 3e versnellingskabel door het stelboutje op het voorste zwarte nylon blokje dat de voorste wiggenduwer aanstuurt.
  • Voer de kabel door het overgebleven gaatje aan de voorste zijde van de zwarte kabelverdeler die de achterste wiggenduwer aanstuurt en dan door de 2 schroefnippels. Zorg dat het stelboutje aan de voorzijde ongeveer in de middenstand staat.
  • Nu loopt er aan de rechter en linkerzijde van het wiggenhuis een bedieningskabel; Schroef terwijl je de linker en rechterkabel even strak houdt 1schroefnippelvast, terwijl je deze midden in de uitgefreesde uitsparing houdt.
  • Controleer of de afstelling klopt; zie hieronder bij afstelling.
  • Stel zonodig de afstelling van de kabels bij met de diverse stelschroeven, indien nodig kan je ook nog even een schroefnippel losschroeven, daar wat verstellen en weer vastzetten zet na de afstelling ook de tweede schroefnippel op het stuur en onder de zwarte kabelverdeler vast zodat er een gezekerde verbinding is en blijft tussen de bedieningskabels.

De afstelling van de CVT versnellingskabels

  • Als de aandrijfkabel gemonteerd is stel je nu de twee wiggenduwers (De twee aluminium moeren met daarin het kunststof wiggenduwertje) zo af dat als je ze zachtjes tegen de wiggen (in het wiggenhuis) aanduwt er nog ±3 mm over is tussen moer en wiggenhuis.
  • Je kan met een steeksleutel 14 de moeren in of uitdraaien. Als je van type aandrijfkabel wisselt moet je vaak ook deze moeren even opnieuw stellen; het ene type aandrijfkabel kan iets dikker zijn dan een ander waardoor de wiggen meer naar buiten of binnen komen te liggen.
  • Bij geheel ingedrukte koppelingsknop moet de snekblokker vergrendelen (het hefboompje moet helemaal tussen de tanden van het Snektandwiel vallen) en de wiggenduwers moeten geheel ingeduwd zijn zodat de aluzeskantmoeren aan beide zijden het aluminium wiggenhuis raken en de aandrijfkabel daarmee volledig is ontgrendeld.
  • De bedieningskabel(s) mogen niet te strak staan, anders heb je kans dat de aandrijfkabel gaat slippen in het wiggenhuis; je gaat dan ongewenst schakelen.
  • Dit houdt in dat in vergrendelde toestand er ruimte moet zijn tussen de wiggenduwers en de nylon blokken die de wiggenduwers aanduwen. Er mag in vergrendelde toestand geen druk uitgeoefend worden op de wiggen; deze moeten zich vast kunnen zetten in het wiggenhuis.
  • Als de kabel begint te slippen in de klem moet je proberen meteen in te grijpen; de wiggen slijten hier erg van.
  • Als de aandrijfkabel dunner wordt (en de wiggen ietsjes slijten) komen de wiggen duwers verder naar buiten. Op een bepaald moment kunnen die wiggenduwers niet verder meer naar buiten omdat de nylonblokken, die bediend worden door de schakelkabel, ze tegenhouden. De wiggen kunnen zich dan niet goed vastzetten op de kabel, dus deze kan gaan slippen. Begint het slippen dan gaat de slijtage rap verder waardoor het probleem verergert. Als dit slippen begint moet je dus zorgen dat de schakelkabel niet te strak staat; maar je moet beginnen met te checken of de ruimte tussen de alu wiggenduwers en het wiggen huis goed afgesteld is. Je kan de alu zeskanten in en uitdraaien. Zorg dat in vergrendelde toestand er ±3 mm ruimte is tussen wiggenduwer en wiggenhuis.

Hoe komt het dat de kabel er wel eens afloopt?

In de beginperiode met een CVT roeifiets is het haast onvermijdelijk dat de kabel er wel eens een keer afloopt. Het CVT systeem is eigenlijk veel simpeler en dan een derailleurversnelling of naafversnelling je moet alleen de (gebruiks)techniek wel even weten.

De kabel kan van de Snek aflopen om twee redenen:

  1. Je bent te licht geschakeld. Dat houdt in dat de teruggaande aandrijfkabel (die aan de onderzijde) aan het uiteinde van de groef op de Snek is beland (aan de kant met de grootste diameter). Als je te ver teruggeschakeld bent is de kabel op de Snek op. Je kan eigenlijk de voetenslee niet verder terughalen. Haal je de voetenslee toch verder terug, dan komt de bovenzijde van de aandrijfkabel, het gedeelte tussen de voetenslee en de bovenzijde Snek slap te staan omdat het onderste boegkatrol door de kabelspanner naar achteren veert. Staat er geen spanning meer op de kabel dan kan de kabel van de Snek aflopen.
  2. Verkeerd schakelen en/of verkeerde afstelling van de bedieningskabels van Snek. Je moet altijd de koppelingsknop geheel of geheel niet indrukken. Een half ingedrukte schakelknop is vragen om problemen! De koppelingsknop (de rechterduimknop) bedient gelijktijdig de Snekblocker (het hefboompje dat in het Snektandwiel valt) en de ontgrendeling van de kabelklem op de voetenslee. De bedieningskabels van deze twee items moeten zo afgesteld zijn dat de kabelklem geheel ontgrendeld is als de Snek geblokkeerd is. Als de Snek geblokkeerd is terwijl de kabelklem nog niet ontgrendeld is krijg je hetzelfde probleem als boven omschreven, het boegkatrol veert bij terughalen van de voetenslee in en de spanning van de bovenzijde van de aandrijfkabel (tussen voetenslee en bovenzijde Snek) valt weg waardoor deze er af kan lopen.

Hoe leg je de kabel er (weer) op:

  • Zet de fiets rechtop zodat hij op zijn wielen staat
  • Zet de voetenslee in de achterste positie, dus stuur naar voren.
  • Haal de kabel van het boegkatrol af zodat er geen spanning meer op staat.
  • Probeer de kabel strak op de groef van de Snek te rollen (kloksgewijs, met de groef mee) vanaf beide uiteinden, begin met oprollen vanaf de buitenzijde.
  • Rol de kabel vanaf de buitenzijde(de zijde van de kleinste diameter) van de Snek net zolang op tot er spanning staat op de kabel tussen Snek en voetenslede. Dit stuk kabel kan er nu niet meer aflopen (Als de fiets stil op zijn achterwiel staat) en je kan op je gemakje het andere stuk kabel vanaf de grote diameterzijde van de Snek tegen de klok in op de Snek rollen. Zover totdat je ziet dat de kabel richting boeg katrol vertrekt.
  • Leg de kabel weer over het onderste boegkatrol en je fiets is weer rijklaar.

Het bovenstaande wil misschien niet altijd lukken omdat je van twee kanten tegelijk op moet gaan rollen, dit is met slechts twee handen niet echt gemakkelijk.

Een tweede methode die wel gemakkelijk is is om de aandrijfkabel aan de wiel kant van de Snek te demonteren.

  • Je moet weer de aandrijfkabel van het boegkatrol afhalen en dan de kabel aan de onderkant van de Snek wat meer ruimte geven zodat je het kabel uiteinde aan de achterkant van de Snek even door kunt trekken en de eindnippel kan demonteren.
  • Haal nu dit kabeluiteinde in zijn geheel van de Snek.
  • De resterende kabel op de Snek kun je voorzichtig een beetje straktrekken (richting voetenslee) en dan voorzichtig de gehele kabel van de Snek Afrollen tot hij niet verder meer kan.
  • Je kunt nu overnieuw beginnen met het opleggen van de aandrijfkabel. Je hanteert dezelfde methode als wanneer je een nieuwe kabel oplegt:
  • Eerst zet je de kabel in de kabelklem op de lichtste verzetpositie: Hou de voetenslee in achterste positie. Trek de kabel die aan de voorzijde uit de kabelklem komt, over het boegkatrol en haal het uiteinde zover door dat je net ± 6 cm voorbij de achteras komt . De kabel is nu op lichtste verzet positie ingeklemd.
  • Nu kun je , terwijl de fiets op beide wielen staat, de kabel strak op de Snek rollen door met je rechterhand spanning op de kabel te houden en met je linkerhand de Snek terug te draaien. Op een gegeven moment komt de kabel strak te staan tussen voetenslee en achterwiel.
  • Hierna kun je op je gemak het andere kabeluiteinde weer op de Snek monteren en als laatste spanning op de aandrijfkabel zetten door hem over het boegkatrol te leggen.