Theo Homan’s Parijs-Brest-Parijs 2007-III

theo_pbp_2007_3Het derde brevet, de 400 van Wachtendonk

21 april 2007 – Zou Derk zijn ontberingen krijgen? De eerste ontbering was het op tijd afkrijgen van de nieuwe tandem, dat is nachtwerk voor Derk geweest maar het is gelukt! Dus om 7.00 uur stonden we klaar voor het vertrek met nog 60 anderen. De tandem oogt bijna vrouwelijk, een mooie lijn, sierlijk en gevoelig. Hoe zou zij rijden? Het eerste stuk verlaten we snel de groep en rijden ons eigen tempo. Het is koud, erg koud, we hadden beter moeten weten.

Na een paar uur gaat het mis, ik vergis me in de route en we rijden veel bonuskilometers en worstelen ons door Landgraaf, Kerkrade en Heerlen om in Simpelveld de eerste stempel te halen. Daar blijkt dat er al veel voor ons waren. Maar niet getreurd, ons moraal is goed en Richard doet de eerste poging om zijn verleden als stoker uit te wissen. Dit lukt niet echt en we besluiten het later op wat bredere wegen nog eens te proberen. Snel daarna komen de eerste heuvels en we komen terecht op de route van de tourversie van de Amstel-Gold race. Hier blijkt al snel de potentie van de nieuwe tandem. Terwijl Derk moet achterblijven gaan wij in een rustig tempo met de bukkers mee omhoog. Niet lang daarna duiken we België in, niet precies wetende wat hier wacht.

Het begint rustig glooiend maar opeens is daar de lange klim richting Spa, deze lijkt niet stijl maar de snelheid blijft amper op 12 km/h. Hierna volgen de klimmen elkaar snel op richting Remouchamps waar de volgende stempel wordt gescoord. Nu volgt een relatief vlak stuk langs de Ambleve en Richard doet zijn tweede poging. Slechts een paar kilometer verder hebben we een prima ritme te pakken en krijg ik snel vertrouwen in de goede afloop.

Na nog een kleine misser met de route komen we om 18.00 uur weer uit de Ardennen en rijden Duitsland weer in. We hebben het ergste gehad, denk je dan. Niet dus, de Eifel heeft nog heel wat voor ons in petto maar eerst gaan we eten. Drie maal raden wat er met Derk op het menu stond? Toch smaakte het Derk niet helemaal, achteraf had ik het kunnen weten.

De avond daalt en de lichten werden eenzame stipjes in de donkere bossen. Het werd koud en kouder en in de afdalingen was het afzien. Eigenlijk waren we bijna blij met de volgende klim om weer warm te worden. In één van de laatste lange klimmen werd het Derk teveel, hij moest stoppen. Last van kou op zijn hoofd dus een T-shirt onder zijn helm moest hem gaan helpen. Na wat rust, eten en drinken hebben we Derk achterop de tandem gezet en is Richard gaan sturen. Nog 100 nachtelijke kilometers te gaan voor sjeik Thijs met zijn twee rovers.

Al snel bleek te tandem moeilijk bij te houden, er moest een tandje bij. Voordeel was wel dat ik het weer een beetje warm kreeg maar moest ik dit nog dat hele eind volhouden? Gelukkig maakte ik af en toe een klein foutje met de route zodat de tandem moest omdraaien en ik een kleine voorsprong kon nemen en het iets rustiger aan kon doen (echt niet expres gedaan hoor). Ik voelde me een beetje bezwaard want ik had de route nog wel zo goed met afstanden uitgezet en niet mijn hoofdlamp meegenomen om de fietscomputer te kunnen lezen. Handige Harry dus. Op de punten waar we het even kwijt waren werden we toevallig geholpen door een stadsplattegrond, twee bakvissen op een scooter en een andere deelnemer.

Het laatste stuk werd nog even flink aangezet en moest ik aan de bak. En dan te bedenken dat Derk al 800 kilometer achter die tandem heeft aangesjouwd, petje af. Tegen 4.00 uur waren we binnen en konden heerlijk douchen. Een uitstekend ontbijt stond klaar maar we hadden niet echt trek. Ik hoop dat Derk het nog een beetje goed gemaakt heeft want hij beloofde na een paar uur slaap in de ambulance terug te komen voor de gebakken eieren.

Het is nu echt begonnen, 400 kilometer, koud, nachtrijden, route zoeken, de eerste (lichte?) ontberingen. Het zal ons sterken, het zal ons volwassen kerels maken, het zal ons doen terug denken en op ons floppy worden opgeslagen. Mentaal ging het mij erg makkelijk af, toch een heel verschil met 2003 waar ik alles alleen moest doen. Mooi hoe zo’n menselijk brein dan werkt al twijfelt mijn omgeving daar soms in hoge mate aan.

En de tandem? Slecht een paar losse spaken dus dat is haar eigenlijk niet aan te rekenen toch? En Richard? Die gaat gewoon door en neemt als een volleerd kapitein zijn gevolg op sleeptouw, wat een kanjer.

G roets
Theo, niet meer alleen, Homan
Het vierde brevet, de ontberingen van de 600 van Wachtendonk

Vrijdagmiddag 1 juni, rond een uurtje of vier in de middag. Richard arriveert en helpt met de laatste boutjes en moertjes om de tandem tiptop te krijgen. Het ziet er goed uit, we hebben er zin in en het lijkt goed weer te worden. In het dorp bij een geïmporteerde Griek een best bord giros met wat alcohol vrije biertjes weggewerkt. We spreken af helemaal los te gaan (dat is Gronings voor je best doen). Wat kan er nog mis gaan?

De start is 20.00 uur en slechts iets na tienen zitten de eerste 75 vlakke kilometers erop. Het stoeltje van de stoker is aangepast en dit lijkt effectief. Een korte stop en verder knallen. Het moet een serieuze test gaan worden en de streeftijd ligt op 24 uur ondanks de 6.000 hoogtemeters die ons nog te wachten staan. Eerst de Eifel door en via de Ardennen naar Bastogne. De niet al te steile maar soms wel erg lange beklimmingen gaan ons goed af. Ook veel stukken glooiend en daar is het tempo goed. Met dubbele verlichting en hulp van de maan stuurt Richard als een scheermes de tandem door de nacht. Wat kan er nog misgaan?

Nog voor half vijf hebben we er al 225 kilometer op zitten, ruim voor op schema. Het vinden van een stempel in Bastogne is wat lastiger, alles is dicht maar er zijn nog voldoende mensen op straat. Ik schat de kans om een nuchter iemand te vinden niet al te groot dus ik schiet de eerste de beste maar aan voor een krabbel op onze stempelkaart. Een klein kwartier en een levensverhaal later kunnen we verder, wat een kegel had die gozer zeg.

We duiken Luxemburg in, zijn wakker en rijden als duivels. De hellingen worden steiler, zwaarder en frequenter. Dit gaat er op lijken, dit wilden we, dit hadden we nodig. De snelheid ging natuurlijk fors naar beneden maar we naderden Echternach waarna we weer Duitsland in zouden gaan, het zwaarste gedeelte achter ons latend. Opeens een aanlopend geluid, schrik en verbazing. De wang van de buitenband had over een flink stuk losgelaten maar de binnenband kwam er niet doorheen. Snel wat lucht laten ontsnappen en voorzichtig door naar Echternach waar we slechts 3 kilometer van verwijderd waren. Op het dorpsplein was markt en opeens was ik Richard kwijt. Iets later kwam hij terug met een gekocht mapje om betaalpasjes in te doen. De tas ging open, mesje te voorschijn en snijden. Als een kunstenaar werd het mapje bewerkt tot surrogaat buitenband. Het geheel werd afgewerkt met een toefje tape en een niet al te forse bandendruk. Nog maar een kleine 300 kilometer te gaan.

Bij de plaatselijke fietsenmaker nog gevraagd of hij ook buitenbanden had, bij voorkeur in de maat van de tandem. Mijn Duits is net zo beroerd als mijn Frans maar ik begreep dat in heel Luxemburg en wijde omgeving geen buitenband met de door ons gewenste maat was te verkrijgen, oeps. Ik kreeg langzaam een idee wat er nog mis kon gaan en stopte het ver weg.

Het duurde zeker een kleine 100 kilometer tot de eerste lekke band. Eerst geplakt omdat een nieuwe binnenband inzetten een hele klus is voor de tandem. Het weinige vertrouwen dat we hadden werd niet beschaamd, na 20 kilometer op dezelfde plek lek, nu dus wel een nieuwe binnenband. Natuurlijk weer met de nodige verstevigingen en ook delen van de oude binnenband gebruikt als extra versteviging. Het zag er wel aardig uit met een bobbel en donkergrijs tape.

Nu duurde het iets langer tot de volgende lekke band. Deze kon geplakt worden en weer nieuwe beschermdelen aangebracht. Inmiddels hadden we ook besloten het in de afdalingen rustig aan te doen. Het laatste deel van de Eifel was natuurlijk veel afdalingen en vlak voor de één na laatste stempelpost gebeurde het, een klapband. We stonden gelukkig bijna stil voor een rood stoplicht. Ik realiseer me dat we mazzel hebben gehad, in een afdaling, ook met “slechts” 40 km/h had ik niet geweten of we de tandem overeind hadden kunnen houden.

We moeten nog 100 kilometer, met nog één binnenband en een rotte buitenband. Alles wordt door Richard uit de kast gehaald, lagen binnenband, stukken textiel en tape. Het rijdt maar daar is alles mee gezegd. Zelfs van een viaduct af voelen we de tandem hobbelen en slingeren. We moeten de snelheid drastisch laten zakken en duiken met samengeknepen billen de tweede nacht in.

En dan gebeurt het wonder van Wachtendonk, de constructie houdt het. De rit wordt uitgehobbeld en ’s nachts om twee uur kunnen we afstempelen. We kijken elkaar aan en zeggen niets. Lichamelijk is het opvallend meegevallen, mentaal is het misschien wel een hele goede training geweest. Het zit erop , de brevetten zijn binnen, we mogen inschrijven. Er is nog veel werk te verrichten.

G roets
Theo, volgend weekend nogmaals met Derk en Bartel, Homan

[fb_button]