Theo Homan’s Parijs-Brest-Parijs 2006

10 juni 2006: De 600 vanuit Lohne

Ik citeer Derk: “Wat meer ontberingen en afzien zou ook wel aardig zijn in je verslagen”. Nou ontberingen zijn het geworden. Na 75 km was de eerste stop in Bourtange, een heel klein vestingdorpje in Groningen. Heerlijk in de zon een koffie en appeltaart gegeten, wat een ontbering. Het dorpje was stampvol toeristen die een roeifiets waarschijnlijk niet vonden passen in dit Middeleeuwse decor.

Ik had me bij de groep aangesloten daar deze er een goed tempo inhielden. Later bleek dat de helft van de groep “slechts” de eerste lus van 300 meereed, vandaar dus. Nabij Gramsbergen was de route geblokkeerd door een classic TT, een vreselijke herrie maar wel leuk om in het schitterende weer het laatste stukje van de races mee te maken. Na een kwartier kon ik door over het circuit en heb vele aanmoedigingen gehad. Bij het station moest gestempeld worden en het stationsgebouw was helemaal in oranje gehuld. Een Ford Escort stond buiten, geheel oranje gespoten en voorzien van een stuk biljartlaken op het dak met hoekvlaggen en doeltjes. De clientèle was in kennelijke staat getuige de vraag van één van hen of ik de elfstedentocht aan het rijden was. Bij gebrek aan een fatsoenlijk antwoord heb ik mijn stempelkaart maar laten zien waarop de jongen bijna van zijn kruk viel. Mijn bestelling van een alcoholvrij biertje werd na enige tijd afgedaan met “Is er niet meer”. Tja, om mijn Kreta reputatie hoog te houden heb ik maar een echt biertje genomen, heerlijk in de zon, wat een ontbering. Met enige spijt ging ik verder naar Lohne, het einde van de eerste lus.

Hier lekker gegeten, de voorraden weer aangevuld en alleen de nacht in. Niet iedereen was nog binnen en er gingen er ook een paar eerst slapen. Daar had ik gezien de weersvoorspelling voor de volgende dag (snikheet) geen zin in en ben om 21.00 uur vertrokken voor de tweede lus. Deze ging voor ongeveer de helft door het Teutobergerwald, veel klimwerk, niet steil en lang maar wel veel. De nacht was heerlijk, geen wind, een heerlijke temperatuur en ik voelde me goed, wat een ontbering.

In de vroege morgen slechts een heel klein dipje gehad wat met één kopje koffie over was. Daarna vlogen de laatste 75 km met een licht windje mee als een sneltrein voorbij, wat een ontbering. Ik was om 10.00 uur weer terug, 620 km in 26 uur. Dankzij alle ontberingen begin ik het zowaar bijna leuk te vinden en zo heel langzaam aan begint Richard Bruijn mijn spirituele vriend te worden. Ik hoop niet dat dit later mijn grootste ontbering zal blijken te zijn. Eerst nog maar de Lowlands (1000 km) vanuit Zwolle op 12 juli.

12  – 14 juli 2006 : Lowlands 1000

Woensdagavond om 20.00 uur kom ik aan in Zwolle, één uur voor de start. Alles klaar maken, de boegspriet van nieuwe vaseline voorzien en inschrijven. Voorzichtig ging mijn blik over de 13 inschrijvingen op de lijst en opeens was daar een kleine adrenalinestoot door het lichaam. Zag ik daar een naam waar drie Y’s in voorkwamen? Ja dus, wie kon dat anders zijn dan mijn roetsheld, gerespecteerde tegenstander en man van staal, Ymte Sybrandy. Volgens de organisator had Ymte wel zin om ook een keer mee te doen! Ik heb maar niet gevraagd of hij al aan het trainen was voor de komende EK. Opeens was daar nog een roets, Paulus den Boer woont in Zwolle en is het eerste stuk met ons mee gegaan en hoewel Paulus volgens eigen zeggen heel weinig roetst, had hij volgens mij erg weinig moeite om het tempo van 30-32 km/h bij te houden. Zo waren 8 ligfietsers en 5 racefietsers, waaronder één Spanjaard, voor de eerste lus onderweg via Groningen, Leeuwarden, Den Helder, Enkhuizen, Lelystad en weer naar Zwolle. De eerste nacht bleef iedereen bij elkaar maar in Den Helder ontstonden al kleinere groepen. Ik ben stukken met de Quest’s van Ymte en Peter meegereden, tempo een fractie te hoog maar ik voelde me nog goed. In Dronten haakte Ymte even af om te kijken of zijn werknemers wel doorwerkten terwijl de baas aan het genieten was. Zo kwam ik alleen in Zwolle aan waar soep, broodjes en pasta klaar stonden en dat heb ik me heerlijk laten smaken.

Om 15.30 uur ben ik begonnen aan de tweede lus alwaar Dennis Vermeij in Garderen stond te wachten. Dennis heeft mij keurig naar Ede geleidt waar de controle was. Hier hebben we lekker alcoholvrij bier gedronken en zitten kletsen. Net toen we weer wilden gaan kwamen de Quest’s binnen. Nog even gewacht en met z’n vieren verder gegaan waarna Dennis in Wageningen ons een voorspoedige verdere reis wenste. Hierna over de dijken van het land van Maas en Waal achter de Questen aan, een behoorlijk tempo maar dat was eigenlijk best lekker. Bij Zaltbommel was ik zo eigenwijs om niet het GPS systeem van één der Questen te volgen maar mijn eigen route, een kilometer of 6 extra dus. Ezels en stenen ofzo, ik zou nu toch beter moeten weten, weer een leermoment zullen we maar zeggen.

Na de controle van Dussen zijn we weer met z’n drieën verder gegaan maar de wind was hier schuin tegen. Het zog van een Quest is dan niet groot genoeg en ik ben mijn eigen tempo gaan rijden. Inmiddels was het donker geworden en we gingen de tweede nacht in, deze wilde ik wakker blijven en doorrijden en dat ging uitstekend. Om 3.00 uur op de controle in Venray voelde ik me goed en had absoluut geen slaap. Wel moet het zo zijn geweest dat ik er beroerder uitzag dan ik me voelde, mijn oogleden hingen voor mijn neusgaten. De Questrijders gingen slapen en ik vertrok één uur later richting Duitsland, vol goede moed.

Om een uur of zeven, tegen de zon inrijdend, begon het, de visioenen. Het bleken voornamelijk Questen te zijn vandaar mijn ontwikkelde theorie dat je elk visioen kunt krijgen en dat dit hetgeen zal zijn wat je in je korte termijn geheugen hebt opgeslagen. Moet misschien toch eens met wat schaars geklede dames zo’n tocht gaan doen, volgens mij wordt dat een ervaring waar geen paddo tegen op kan. Het betekende wel dat ik regelmatig van de fiets moest, beetje eten, drinken, stampvoeten en met mijn hoofd tegen een boom beuken. Ik was wel zo slim om mijn helm op te houden. Dit werd gedurende een uur of twee het vaste ritueel, 15 minuten fietsen, 5 minuten eraf. Het schoot dus niet erg op. Het mooiste visioen zag in op het einde van een weg waar de bomenrijen ophielden en de zon precies in scheen. Ik hoorde mezelf op de fiets hardop zeggen : “wat een fantastisch clownsmasker”. Tien seconden later was ik afgestapt en stond weer tegen een boom te beuken, de prijs die je moet betalen voor twee nachten wakker blijven.

Ik heb tijd genoeg gehad om het geheel eens goed te analyseren, in dorpjes, met klimmen en afdalen gaat het goed, waarom niet op de saaie rechte stukken? Ik moest harder fietsen maar dat betekende dat ik weer volop aan de roosvicee moest. Dit wilde ik echter zo minimaal mogelijk doen omdat het eigenlijk hartstikke goed gaat. Als het echter één keer mis gaat zal ik nooit meer en slok roosvicee naar binnen kunnen krijgen, de geur en smaak liggen dan voor jaren vast in, in dit geval, het lange termijn geheugen. Na de controle ging het zowaar beter en de snelheid begon weer een beetje terug te komen, dit ging weer goed en ik ging geloven dat ik over mijn slaap heen was.

Na Hengelo en een verschrikkelijk lekkere softijs was het echter weer volledig mis, Questen, Questen, ik werd er gek van. Hetzelfde ritueel herhaalde zich, behalve dat het nu midden op de dag was en er regelmatig mensen mij stonden aan te kijken. Ik voelde me Rémi en niet zo erg gelukkig. Naarmate Zwolle naderde werd het drukker en de slaap verdween. Ik was na 45 uur binnen, iets minder snel dan gewild maar wel tevreden. De tweede nacht zonder problemen doorgekomen, dat geeft vertrouwen, maar de dag erna? Daar moet volgend jaar maar wat op verzonnen worden.

Jullie zullen de verslagen nu even moeten missen want de volgende staat pas voor maart 2007 op de planning, dan beginnen we weer met de 200 voor de kwalificatie om te kunnen inschrijven voor PBP. Volgens Annemieke moet ik nu op de sprint gaan trainen en intervallen gaan doen en zoals jullie misschien wel weten, Annemieke heeft vaker gelijk dan ik. Er zullen me dus nog wat ontberingen te wachten staan voor de komende twee maanden, misschien dat ik daarom al die lange tochten heb gedaan, anders had ik nu al zes maanden aan het trainen geweest op de sprint terwijl dat toch nooit meer wat kan worden. De “oude” Homan heeft misschien andere kwaliteiten, maar reken erop dat ik Annemieke niet zal teleurstellen.

Met dank aan Paulus en Dennis en voorlopig met vriendelijke g roets,
Theo Homan

19 mei 2006: de 400 km in Duitsland

En op deze dag was niet Bea maar Annemieke jarig maar gelukkig liet zij mij gaan. Ook moest ik de Cycle Vision in Zandvoort laten lopen waar de crème de la crème van de roetswereld aanwezig was. Voor hen mijn excuses maar de rit naar Warstein in het Sauerland is te mooi en te zwaar om te laten lopen, hoewel de foto’s van de dames op de tandem mij toch een heel klein spijtgevoel gaven.

De start was net over de grens bij Almelo en na een vlakke aanloop werd het Teutoberger Wald overgestoken. Hierna volgde een heel stuk met vals plat met behoorlijk wat tegenwind. Het was goed dat het inmiddels donker was zodat ik niet de snelheid van mijn computer kon aflezen. ’s Nachts fietsen blijft toch mooi, door de wouden met vreemde geluiden en absoluut geen verkeer. Ik voelde me Remy en gelukkig. Redelijk fris kwam ik op het keerpunt in Arnsberg en na een korte stop volgde de lange klim naar Warstein. Het zonnetje kwam op en diversen roofvogels, herten en eekhoorns waren getuige van mijn niet al te hoge snelheid. Met amper 10 km/h duurt een klim naar 480 meter hoogte dan toch een hele tijd. In Warstein komt dan de beloning, gedurende een kilometer of 40 vals plat naar beneden met af en toe een kleine helling. Dit is fantastisch roetsen, snelheden constant rond de 45 per uur en lekker ontspannen. In Oelde een wat langere pauze genomen en daarna gingen waren de laatste 130 kilometer met het windje schuin in de rug gewoon lekker. Alleen het laatste uur maar regen gehad dus dat viel ook nog mee, ondanks de slechte voorspellingen. En mijn fiets? Ze heeft me geen moment in de steek gelaten maar wie had eigenlijk anders verwacht.

Na een kleine 17 uur met 415 kilometer op de teller was ik weer terug. Het hele stuk heb ik wederom bewust alleen gereden, of dat met de 600 ook zo zal zijn? Op 10 juni volgt hierop het antwoord.

29 Juni – 3 juli 2006: Een tropische verrassing

Ik citeer Derk: “Wat meer ontberingen en afzien zou ook wel aardig zijn in je verslagen” En zo is het gekomen dat ik maar met Derk een lang weekend ben gaan roetsen in Frankrijk op zoek naar de ultieme ontbering. Gekozen was voor het parcours van P-B-P en wel vanuit Mortagne au Perche. Twee dagen 160 km naar het oosten, zowel op de “gewone” als op de tandem en twee dagen 140 km hetzelfde naar het westen. Schitterend weer, een camping in de bossen waar wij de enige gasten waren, slóóóten alcoholvrij bier, nog wat gewoon bier, wijn en rose, bééérgen pasta, pizza’s en hééél veel aandacht van de plaatselijke bevolking. Kortom, een verschrikkelijke ontbering. Dat een oudere dame met een lege fles wijn op haar tafeltje even aan mijn benen en Derk’s armen moest voelen kon de pret niet drukken. Zij is de dagen daarna onze vriendin geworden.

En de tandem? Een bizarre uitvinding dus. Het gaat gemiddeld zo’n 10% sneller en in de afdalingen en glooiingen van het heuvelachtig landschap werden snelheidsrecords gebroken. Automobilisten en motoren die een tijdje achter je blijven en de prestaties van het Franse nationale elftal even waren vergeten. Als je dan voor de weinige stoplichten even stilstaat lijkt de hele wereld nog te bewegen als je achterop zit. Een prachtige bewogen ervaring, ook voor Derk. Mochten jullie deze zomer in de buurt van Zeeland zijn, gewoon doen, opstappen en trappen, steeds harder trappen en de adrenaline door je lijf laten stromen. Natuurlijk is er veel gepraat over de roets en alles wat daar bij komt kijken, maar ach, je moet Derk toch ook z’n lolletje gunnen? Nieuwe wilde ideeën zijn ontstaan, wel of niet op de tandem P-B-P, zou het niets zijn voor Richard (wat is dat toch met die gozer?), de nieuwe 209 in ALU of koolstofframe met titanium boegspriet en staartpuntje, en ik heb geleerd te SMS’en maar niet van Derk.

De ambulance van Derk is een apart verhaal, er zat een rammeltje in de kleppen zodat een koprevisie onvermijdelijk lijkt. Voorzichtig rijden dus maar dat was niet zo erg want de ambulance zuipt meer dan ik op Kreta heb gedaan. Ook heeft Derk eigenhandig een knop ingebouwd om het stationaire toerental te kunnen bijregelen, afhankelijk van motortemperatuur en brandstofkeuze. De echte ontbering kwam toch toen Derk aankondigde de verwarmingstruc toe te passen, dat is dus de verwarming vol aan omdat de motortemperatuur iets te hoog werd in de file bij buitentemperaturen van 30°C. En ambulances uit de vorige eeuw hadden nog geen airco.

Het zijn goede en leerzame trainingskilometers geworden maar owéé degene die me daar op aanspreekt als Derk in september weer Europees kampioen wordt want dan is het niet mijn schuld. Nog een weekje en dan de Lowlands, ik heb er zin in.

10 juni 2006: De 600 vanuit Lohne

Ik citeer Derk: “Wat meer ontberingen en afzien zou ook wel aardig zijn in je verslagen”. Nou ontberingen zijn het geworden. Na 75 km was de eerste stop in Bourtange, een heel klein vestingdorpje in Groningen. Heerlijk in de zon een koffie en appeltaart gegeten, wat een ontbering. Het dorpje was stampvol toeristen die een roeifiets waarschijnlijk niet vonden passen in dit Middeleeuwse decor.

Ik had me bij de groep aangesloten daar deze er een goed tempo inhielden. Later bleek dat de helft van de groep “slechts” de eerste lus van 300 meereed, vandaar dus. Nabij Gramsbergen was de route geblokkeerd door een classic TT, een vreselijke herrie maar wel leuk om in het schitterende weer het laatste stukje van de races mee te maken. Na een kwartier kon ik door over het circuit en heb vele aanmoedigingen gehad. Bij het station moest gestempeld worden en het stationsgebouw was helemaal in oranje gehuld. Een Ford Escort stond buiten, geheel oranje gespoten en voorzien van een stuk biljartlaken op het dak met hoekvlaggen en doeltjes. De clientèle was in kennelijke staat getuige de vraag van één van hen of ik de elfstedentocht aan het rijden was. Bij gebrek aan een fatsoenlijk antwoord heb ik mijn stempelkaart maar laten zien waarop de jongen bijna van zijn kruk viel. Mijn bestelling van een alcoholvrij biertje werd na enige tijd afgedaan met “Is er niet meer”. Tja, om mijn Kreta reputatie hoog te houden heb ik maar een echt biertje genomen, heerlijk in de zon, wat een ontbering. Met enige spijt ging ik verder naar Lohne, het einde van de eerste lus.

Hier lekker gegeten, de voorraden weer aangevuld en alleen de nacht in. Niet iedereen was nog binnen en er gingen er ook een paar eerst slapen. Daar had ik gezien de weersvoorspelling voor de volgende dag (snikheet) geen zin in en ben om 21.00 uur vertrokken voor de tweede lus. Deze ging voor ongeveer de helft door het Teutobergerwald, veel klimwerk, niet steil en lang maar wel veel. De nacht was heerlijk, geen wind, een heerlijke temperatuur en ik voelde me goed, wat een ontbering.

In de vroege morgen slechts een heel klein dipje gehad wat met één kopje koffie over was. Daarna vlogen de laatste 75 km met een licht windje mee als een sneltrein voorbij, wat een ontbering. Ik was om 10.00 uur weer terug, 620 km in 26 uur. Dankzij alle ontberingen begin ik het zowaar bijna leuk te vinden en zo heel langzaam aan begint Richard Bruijn mijn spirituele vriend te worden. Ik hoop niet dat dit later mijn grootste ontbering zal blijken te zijn. Eerst nog maar de Lowlands (1000 km) vanuit Zwolle op 12 juli.

12 √� 14 juli 2006 : Lowlands 1000

Woensdagavond om 20.00 uur kom ik aan in Zwolle, één uur voor de start. Alles klaar maken, de boegspriet van nieuwe vaseline voorzien en inschrijven. Voorzichtig ging mijn blik over de 13 inschrijvingen op de lijst en opeens was daar een kleine adrenalinestoot door het lichaam. Zag ik daar een naam waar drie Y’s in voorkwamen? Ja dus, wie kon dat anders zijn dan mijn roetsheld, gerespecteerde tegenstander en man van staal, Ymte Sybrandy. Volgens de organisator had Ymte wel zin om ook een keer mee te doen! Ik heb maar niet gevraagd of hij al aan het trainen was voor de komende EK. Opeens was daar nog een roets, Paulus den Boer woont in Zwolle en is het eerste stuk met ons mee gegaan en hoewel Paulus volgens eigen zeggen heel weinig roetst, had hij volgens mij erg weinig moeite om het tempo van 30-32 km/h bij te houden. Zo waren 8 ligfietsers en 5 racefietsers, waaronder één Spanjaard, voor de eerste lus onderweg via Groningen, Leeuwarden, Den Helder, Enkhuizen, Lelystad en weer naar Zwolle. De eerste nacht bleef iedereen bij elkaar maar in Den Helder ontstonden al kleinere groepen. Ik ben stukken met de Quest’s van Ymte en Peter meegereden, tempo een fractie te hoog maar ik voelde me nog goed. In Dronten haakte Ymte even af om te kijken of zijn werknemers wel doorwerkten terwijl de baas aan het genieten was. Zo kwam ik alleen in Zwolle aan waar soep, broodjes en pasta klaar stonden en dat heb ik me heerlijk laten smaken.

Om 15.30 uur ben ik begonnen aan de tweede lus alwaar Dennis Vermeij in Garderen stond te wachten. Dennis heeft mij keurig naar Ede geleidt waar de controle was. Hier hebben we lekker alcoholvrij bier gedronken en zitten kletsen. Net toen we weer wilden gaan kwamen de Quest’s binnen. Nog even gewacht en met z’n vieren verder gegaan waarna Dennis in Wageningen ons een voorspoedige verdere reis wenste. Hierna over de dijken van het land van Maas en Waal achter de Questen aan, een behoorlijk tempo maar dat was eigenlijk best lekker. Bij Zaltbommel was ik zo eigenwijs om niet het GPS systeem van één der Questen te volgen maar mijn eigen route, een kilometer of 6 extra dus. Ezels en stenen ofzo, ik zou nu toch beter moeten weten, weer een leermoment zullen we maar zeggen.

Na de controle van Dussen zijn we weer met z’n drieën verder gegaan maar de wind was hier schuin tegen. Het zog van een Quest is dan niet groot genoeg en ik ben mijn eigen tempo gaan rijden. Inmiddels was het donker geworden en we gingen de tweede nacht in, deze wilde ik wakker blijven en doorrijden en dat ging uitstekend. Om 3.00 uur op de controle in Venray voelde ik me goed en had absoluut geen slaap. Wel moet het zo zijn geweest dat ik er beroerder uitzag dan ik me voelde, mijn oogleden hingen voor mijn neusgaten. De Questrijders gingen slapen en ik vertrok één uur later richting Duitsland, vol goede moed.

Om een uur of zeven, tegen de zon inrijdend, begon het, de visioenen. Het bleken voornamelijk Questen te zijn vandaar mijn ontwikkelde theorie dat je elk visioen kunt krijgen en dat dit hetgeen zal zijn wat je in je korte termijn geheugen hebt opgeslagen. Moet misschien toch eens met wat schaars geklede dames zo’n tocht gaan doen, volgens mij wordt dat een ervaring waar geen paddo tegen op kan. Het betekende wel dat ik regelmatig van de fiets moest, beetje eten, drinken, stampvoeten en met mijn hoofd tegen een boom beuken. Ik was wel zo slim om mijn helm op te houden. Dit werd gedurende een uur of twee het vaste ritueel, 15 minuten fietsen, 5 minuten eraf. Het schoot dus niet erg op. Het mooiste visioen zag in op het einde van een weg waar de bomenrijen ophielden en de zon precies in scheen. Ik hoorde mezelf op de fiets hardop zeggen : “wat een fantastisch clownsmasker”. Tien seconden later was ik afgestapt en stond weer tegen een boom te beuken, de prijs die je moet betalen voor twee nachten wakker blijven.

Ik heb tijd genoeg gehad om het geheel eens goed te analyseren, in dorpjes, met klimmen en afdalen gaat het goed, waarom niet op de saaie rechte stukken? Ik moest harder fietsen maar dat betekende dat ik weer volop aan de roosvicee moest. Dit wilde ik echter zo minimaal mogelijk doen omdat het eigenlijk hartstikke goed gaat. Als het echter één keer mis gaat zal ik nooit meer en slok roosvicee naar binnen kunnen krijgen, de geur en smaak liggen dan voor jaren vast in, in dit geval, het lange termijn geheugen. Na de controle ging het zowaar beter en de snelheid begon weer een beetje terug te komen, dit ging weer goed en ik ging geloven dat ik over mijn slaap heen was.

Na Hengelo en een verschrikkelijk lekkere softijs was het echter weer volledig mis, Questen, Questen, ik werd er gek van. Hetzelfde ritueel herhaalde zich, behalve dat het nu midden op de dag was en er regelmatig mensen mij stonden aan te kijken. Ik voelde me Rémi en niet zo erg gelukkig. Naarmate Zwolle naderde werd het drukker en de slaap verdween. Ik was na 45 uur binnen, iets minder snel dan gewild maar wel tevreden. De tweede nacht zonder problemen doorgekomen, dat geeft vertrouwen, maar de dag erna? Daar moet volgend jaar maar wat op verzonnen worden.

Jullie zullen de verslagen nu even moeten missen want de volgende staat pas voor maart 2007 op de planning, dan beginnen we weer met de 200 voor de kwalificatie om te kunnen inschrijven voor PBP. Volgens Annemieke moet ik nu op de sprint gaan trainen en intervallen gaan doen en zoals jullie misschien wel weten, Annemieke heeft vaker gelijk dan ik. Er zullen me dus nog wat ontberingen te wachten staan voor de komende twee maanden, misschien dat ik daarom al die lange tochten heb gedaan, anders had ik nu al zes maanden aan het trainen geweest op de sprint terwijl dat toch nooit meer wat kan worden. De “oude” Homan heeft misschien andere kwaliteiten, maar reken erop dat ik Annemieke niet zal teleurstellen.

Met dank aan Paulus en Dennis en voorlopig met vriendelijke g roets,
Theo Homan

19 mei 2006: de 400 km in Duitsland

En op deze dag was niet Bea maar Annemieke jarig maar gelukkig liet zij mij gaan. Ook moest ik de Cycle Vision in Zandvoort laten lopen waar de crème de la crème van de roetswereld aanwezig was. Voor hen mijn excuses maar de rit naar Warstein in het Sauerland is te mooi en te zwaar om te laten lopen, hoewel de foto’s van de dames op de tandem mij toch een heel klein spijtgevoel gaven.

De start was net over de grens bij Almelo en na een vlakke aanloop werd het Teutoberger Wald overgestoken. Hierna volgde een heel stuk met vals plat met behoorlijk wat tegenwind. Het was goed dat het inmiddels donker was zodat ik niet de snelheid van mijn computer kon aflezen. ’s Nachts fietsen blijft toch mooi, door de wouden met vreemde geluiden en absoluut geen verkeer. Ik voelde me Remy en gelukkig. Redelijk fris kwam ik op het keerpunt in Arnsberg en na een korte stop volgde de lange klim naar Warstein. Het zonnetje kwam op en diversen roofvogels, herten en eekhoorns waren getuige van mijn niet al te hoge snelheid. Met amper 10 km/h duurt een klim naar 480 meter hoogte dan toch een hele tijd. In Warstein komt dan de beloning, gedurende een kilometer of 40 vals plat naar beneden met af en toe een kleine helling. Dit is fantastisch roetsen, snelheden constant rond de 45 per uur en lekker ontspannen. In Oelde een wat langere pauze genomen en daarna gingen waren de laatste 130 kilometer met het windje schuin in de rug gewoon lekker. Alleen het laatste uur maar regen gehad dus dat viel ook nog mee, ondanks de slechte voorspellingen. En mijn fiets? Ze heeft me geen moment in de steek gelaten maar wie had eigenlijk anders verwacht.

Na een kleine 17 uur met 415 kilometer op de teller was ik weer terug. Het hele stuk heb ik wederom bewust alleen gereden, of dat met de 600 ook zo zal zijn? Op 10 juni volgt hierop het antwoord.

29 Juni – 3 juli 2006: Een tropische verrassing

Ik citeer Derk: “Wat meer ontberingen en afzien zou ook wel aardig zijn in je verslagen” En zo is het gekomen dat ik maar met Derk een lang weekend ben gaan roetsen in Frankrijk op zoek naar de ultieme ontbering. Gekozen was voor het parcours van P-B-P en wel vanuit Mortagne au Perche. Twee dagen 160 km naar het oosten, zowel op de “gewone” als op de tandem en twee dagen 140 km hetzelfde naar het westen. Schitterend weer, een camping in de bossen waar wij de enige gasten waren, slóóóten alcoholvrij bier, nog wat gewoon bier, wijn en rose, bééérgen pasta, pizza’s en hééél veel aandacht van de plaatselijke bevolking. Kortom, een verschrikkelijke ontbering. Dat een oudere dame met een lege fles wijn op haar tafeltje even aan mijn benen en Derk’s armen moest voelen kon de pret niet drukken. Zij is de dagen daarna onze vriendin geworden.

En de tandem? Een bizarre uitvinding dus. Het gaat gemiddeld zo’n 10% sneller en in de afdalingen en glooiingen van het heuvelachtig landschap werden snelheidsrecords gebroken. Automobilisten en motoren die een tijdje achter je blijven en de prestaties van het Franse nationale elftal even waren vergeten. Als je dan voor de weinige stoplichten even stilstaat lijkt de hele wereld nog te bewegen als je achterop zit. Een prachtige bewogen ervaring, ook voor Derk. Mochten jullie deze zomer in de buurt van Zeeland zijn, gewoon doen, opstappen en trappen, steeds harder trappen en de adrenaline door je lijf laten stromen. Natuurlijk is er veel gepraat over de roets en alles wat daar bij komt kijken, maar ach, je moet Derk toch ook z’n lolletje gunnen? Nieuwe wilde ideeën zijn ontstaan, wel of niet op de tandem P-B-P, zou het niets zijn voor Richard (wat is dat toch met die gozer?), de nieuwe 209 in ALU of koolstofframe met titanium boegspriet en staartpuntje, en ik heb geleerd te SMS’en maar niet van Derk.

De ambulance van Derk is een apart verhaal, er zat een rammeltje in de kleppen zodat een koprevisie onvermijdelijk lijkt. Voorzichtig rijden dus maar dat was niet zo erg want de ambulance zuipt meer dan ik op Kreta heb gedaan. Ook heeft Derk eigenhandig een knop ingebouwd om het stationaire toerental te kunnen bijregelen, afhankelijk van motortemperatuur en brandstofkeuze. De echte ontbering kwam toch toen Derk aankondigde de verwarmingstruc toe te passen, dat is dus de verwarming vol aan omdat de motortemperatuur iets te hoog werd in de file bij buitentemperaturen van 30°C. En ambulances uit de vorige eeuw hadden nog geen airco.

Het zijn goede en leerzame trainingskilometers geworden maar owéé degene die me daar op aanspreekt als Derk in september weer Europees kampioen wordt want dan is het niet mijn schuld. Nog een weekje en dan de Lowlands, ik heb er zin in.

[fb_button]