Europese Kampioenschappen 1999
EK Roeifietsen 1999
11 en 12 september is het eerste EK (Thys 222) roeifietsen verreden. De wedstrijden vonden plaats op en om het kunstmatige eiland Neeltje Jans, halverwege de stormvloedkering in de Oosterschelde. Ligfietser Ymte Sijbrandij zag de roeifiets ook wel zitten en deed mee op één van de voor dit evenement gesponsorde fietsen. Hier volgt zijn persoonlijk verslag.
Ik had altijd al met een scheef oogje naar de roeifiets gekeken, maar daar was het tot 3 maanden geleden bij gebleven. Het is eigenlijk begonnen tijdens de toerversie van Luik-Bastenaken-Luik. Collega ligfietser Jan Maarten Oolman durfde het aan om met zijn roeifiets bij deze 215 km lange tocht (met 3500 meter hoogteverschil) aan de start te verschijnen. En tot ieders verbazing (misschien nog wel het meest die van hemzelf) reed hij hem zonder al te veel problemen uit!
Kort daarop volgde de aankondiging van het EK roeifietsen. Bovendien bleken er 10 roeifietsen beschikbaar voor mensen die (in andere) sporten prestaties neergezet hadden. Naast bekende roeiers als Ronald Florijn en Niels Steenis kwam zowaar de Nederlands Kampioen ligfietsen ook in aanmerking.
Sturen
Het doel was me te meten met Jan Maarten. De fiets zou begin augustus beschikbaar komen. Omdat ik in deze periode al gepland had (per rug aan rug tandem) naar Zwitserland te reizen zou van de beschikbare 6 weken nog de helft afvallen. Gelukkig boden Mark en Karin Burgers uitkomst. Omdat Karin omdat ze hoogzwanger is even met roeien gestopt was mocht ik haar fiets lenen.
Dat was maar goed ook. Roeifietsen is toch heel wat anders dan ligfietsen. Omdat je de pedalen terug moet trekken is het noodzakelijk dat je spd (of een ander voet-pedaal verbindingsysteem gebruikt) gebruikt. Eerst voorzichtig met een voet inklikken, andere voet aan de grond en dan roeien. Het gaat, maar in de bochten houd ik de armen en benen toch maar angstvallig stil. Tijdens het rijden verandert de stand van het stuur, en dus ook de stuurbeweging die je moet maken. Het zal een paar honderd kilometer duren voor ik vol durf aan te zetten in de bocht.
Na een oefenrondje op zondag, maandagochtend maar naar het werk (20 kilometer). Ik neem wat extra tijd, maar kom toch nog te laat. Na 10 kilometer spelen arm- en buikspieren al op. Maar na ongeveer 150 kilometer gaat het al stukken beter. De beweging gaat al min of meer vanzelf, en ik hoef niet meer na iedere 5 slagen even uit te rusten. De kruissnelheid komt al richting 30 kilometer per uur. De rit van 20 kilometer is me echter nog wel lang genoeg. Het bezoek aan het verjaardagsfeest van Mark en Karin in Winterswijk (120 kilometer) durf ik niet aan op de roeifiets, ik ga toch maar in mijn vertrouwde Alleweder.
Beperkte levensduur
Na 450 kilometer is echter het maandelijkse ritje van Dronten naar Amsterdam voor de vergadering van de NVHVP de beurt. Geholpen door een prettige wind mee rij ik met een gemiddelde van boven de 30 km/h naar Amsterdam. Pas aan het einde bij het steeds weer aanzetten in de stad voel ik dat ik in de buurt kom van kramp. Wel blaren in de handen. De volgende ochtend terug heb ik er ook weer zin in, ondanks de tegenwind rijd ik toch zo¹n dertig kilometer per uur. 10 kilometer voordat ik thuis ben gebeurt het echter, mijn benen schieten ineens naar voren, ik val achterover en schiet uit de pedalen. De kabel die om de “snek” rolt is geheel geraffeld en gebroken. Ik heb de reservekabel (die wel bij de fiets geleverd wordt) niet bij me, en bel iemand om me te komen halen. De kabel heeft dus een beperkte levensduur.
Deze kun je nog wel verlengen door hem tijdig om te draaien, alleen het stuk dat om de snek draait verslijt. Een kabel is ook niet duur, en snel te vervangen, maar toch, wel even opletten.
Het eerste wedstrijdje
Maar ik krijg nu wel lekker de slag te pakken. Het is dan ook geen vraag meer hoe ik de fiets terug naar Winterswijk zal brengen, fietsend (of roeiend) natuurlijk. In ’s Heerarendskerke overhandigt Derk de sponsorfiets.
Ik besluit de laatste wedstrijd van de dag, 20 kilometer criterium, op de roeifiets te doen. In een wedstrijd blijk je altijd toch nog even dieper te kunnen gaan. Ondanks de wind rijd ik gemiddeld 35 km/h en haal ik in de eindsprint nog 50. Genoeg om de (rechtop) tandems die ook mee rijden en ook een aantal ligfietsers nog voor de blijven. Ook genoeg om Jan Maarten (die me op de ligfiets nog wel voorbleef) te imponeren en vertrouwen te krijgen in een goede klassering op het EK volgende maand. Wel overal kramp en nog 3 dagen last van de pezen achter mijn knie. Nu is het echter voorlopig even uit met roeifietsen, ik stap over op de tandem voor de reis naar het WK in Zwitserland, de roeifiets gaat met de auto mee naar John Poot in Woubrugge.
Ongelukje
Terug van vakantie blijkt huisgenoot Allert Jacobs een roeifietsongelukje te hebben gehad. Hij heeft een behoorlijke jaap in zijn arm opgelopen tijdens het passeren van een schoolklasje op het fietspad. Hij kreeg te weinig ruimte, en tijdens het roeien is je arm juist het breedste punt van je fiets. Hierdoor is zijn roeifietstraining even onderbroken, en kan ik een paar keer op zijn ‘hoge’ roeifiets trainen. En eerlijk gezegd bevalt dat niet slecht. De kettingaandrijving lijkt wel iets soepeler te lopen dan de snek. Wel heeft de snek het voordeel dat het verzet gedurende de beweging steeds groter wordt. Wat echt het beste loopt kan misschien nog wel eens gemeten worden. In het weekend haal ik de Thys 222 roeifiets (al fietsend) op in Woubrugge (100km). John is inmiddels roeier Ronald Florijn (goud met de Holland 8 in Atlanta) al een aantal malen op de roeifiets tegengekomen. Het fietsen in Zwitserland blijkt niet slecht te zijn geweest voor het roeien, er komt steeds meer snelheid in. 3 dagen voor het EK zet ik de roeifiets weg, in totaal heb ik nu 1200 km getraind.
Het EK
Zaterdagochtend vertrekken we naar Zeeland. Allert is voldoende hersteld van zijn verwonding en besluit toch ook maar mee te doen. Na inschrijving staan we op Neeltje Jans breeduit aan de start van het eerste wedstrijdonderdeel, een Criterium over 15 kilometer. Een prachtig gezicht, 40 roeifietsen. Niemand heeft een idee hoe hard het zal gaan. Bijna niemand heeft wedstrijdervaring met fietsen, laat staan roeifietsen. Wel vaststaat is dat Derk Thijs met zijn 10 jaar roeifietservaring en diverse records de te kloppen man is. Erik Hulzebos, die zichzelf ook verrassend gemakkelijk op de roeifiets voortbeweegt, lost het startschot.
Meteen neemt Wout Conijn (bekend van zijn reis naar Tibet per roeifiets, HPV nieuws 1998-6) de leiding. Uit het wielrennen weet ik het wel, in het begin is het alles of niets, als je niet aanpikt kom je niet meer bij. Samen met Derk sluit ik aan. En zo blijft het. Met 3 man rijden we steeds netjes kop-overnemend door. De sprint van Derk is op het einde niet te houden. Door sneller bochtenwerk blijf ik Wout Conijn voor en word ik tweede. De andere roeiers komen stuk voor stuk binnen, een echt peloton is er niet ontstaan. Gebrek aan wedstrijdervaring? Je kunt wel heel wat krachten sparen als je uit de wind rijdt.
Grof asfalt
Het is een druk wedstrijdprogramma. Meteen volgen de voorrondes voor de 450 meter sprint. Het is een afvalrace, en je hebt geen idee hoe hard je tegenstanders gaan rijden. Omdat een paar deelnemers op het laatste moment afgezegd hebben kom ik vanzelf door de eerste ronde. In de 2e ronde gebeurt het, ik lig iets achter in de sprint, schakel fout, raak aan het slingeren en klap met 45 km/uur tegen het (grove) asfalt. Ik glijd eindeloos door, is dit het einde van de race? Nog bibberend sta ik aan de kant, enkel, scheen en bovenbeen, linkerhand diep geschaafd. Pijn voel ik niet, ik vind mezelf ontzettend stom. Natuurlijk had ik even in moeten houden toen ik begon te slingeren, dan had ik de fiets zo weer onder controle gehad. Maar gedane zaken nemen geen keer. De EHBO wast netjes de wonden en verbindt ze waar mogelijk. De zon en de wind moeten de rest maar doen. Iedereen vraagt, doe je nog mee? De fiets is nog heel, mijn zitvlak ook, en het gedeelte van mijn hand waarmee ik het stuur vasthoud ook. Het ging bovendien net zo goed. En als je langs de kant zit voel je de pijn ook, misschien nog wel meer. De uurs tijdrit heeft een massastart. Stayeren is niet toegestaan, maar je ziet wel wat de andere deelnemers doen. Na twee ronden rijd ik met Derk voorin, en dan gebeurt er iets wat nog altijd bij het fietsen hoort: lekke band. Er komt wel iemand met een wiel, maar door onervarenheid en haast leggen we twee keer de kabel verkeerd om de snek. Met 10 minuten achterstand is de kans op een goede klassering helaas verkeken. Derk wint met voorsprong. Ligfietser (en ex-wedstrijdroeier) Werner de Hamer wordt 2e. De wedstrijden zitten erop voor vandaag, zwemmen in de zee is er voor mij niet bij. ’s Avonds is er een uitstekend pasta buffet in vakantiepark “de Banjaard” , maar helaas voel ik me nogal geradbraakt door alles, en ben ik snel uitgegeten.
80 kilometer
Slapen met schaafwonden is geen pretje, zeker niet in een tent. Toch rust ik dankzij een pilletje tegen de pijn nog wel wat uit. Toch maar proberen of het fietsen nog gaat, vandaag staat het leukste onderdeel, een 80 kilometer wegwedstrijd op het programma. Toch maar meedoen. Na het eerste stuk met een gecontroleerd tempo ontstaat er ondanks de ferme rugwind snel een kopgroep. Snel gaat het wel, zo¹n 45 km/h en soms wel sneller. Werner de Hamer, die zich goed voelt vandaag valt af door een losgeschoten kabel (hij weet later toch nog knap 4e te worden) Op de Zeelandbrug is er een kopgroep van 5 man als we bij de (verplichte) stop aankomen. Dit komt me wel goed uit, hier is drinken en ik ben mijn bidon verloren. Dan begint het boksen tegen de wind. Op de Zeelandbrug valt de Duitse roeier Norbert Schmid af, even later roeier Ronald Florijn (die nu toch wel van voren reed). De kopgroep van 3 blijft tot het einde bij elkaar. We hebben natuurlijk het voordeel dat Derk de weg weet, anderen moeten ondanks vele aanwijzingen toch af en toe op de kaart kijken of rijden verkeerd. Nu blijkt Derk ook weer onverslaanbaar, hij wint de sprint, ik word tweede en Peter van Wonderen derde.
Spaart Peter van Wonderen zich hier voor de sprintfinale later op de middag, heeft Derk teveel gegeven? Feit is dat het Peter van Wonderen lukt om Derk in het laatste onderdeel, de finale van de 450 meter te verslaan. Derk Thys is dus te verslaan. Bij de prijsuitreiking wordt aangekondigd dat het evenement volgend jaar herhaald zal worden. De opzet van Derk werkt. Ik ben enthousiast geworden voor het roeifietsen, en mede doordat de gebruikte sponsorfietsen nu met korting worden aangeboden besluit ik mijn fiets te houden. Tot volgend jaar.
Ymte Sijbrandij