Bloed, zweet en blaren…door Steven Westerman

Historie
Ik bouwde een ligfiets op m’n 16e voor naar school en op m’n 23e voor naar het werk. Ergens daar tussenin ontdekte ik de roeifiets.
In 2001 huurde ik de 222 pre-CVT versie 1 maand. De roeibeweging vond ik geweldig, vooral lekker voor mijn te veel belaste rugspieren. Het sturen en de prijs vond ik minder geweldig.
Ik bouwde daarom zelf een roeifiets in 2002, maar tijd en apparatuur ontbraken om deze echt goed te laten fietsen.
Inmiddels verminderde mijn woon-werk afstand tot fietsbare lengte en leverde mijn kantoorbaan een beginnend buikje en een ruimer budget op.
Dus kocht ik in december 2004 een 222 CVT.

Droog achter de oren
Binnen een week wist ik aan de spetters achter mijn oren te onderscheiden op welk nat wegdek ik reed. Ook knarste mijn voetenslee door opgespat zandig water. Met een spatbordset van €10 was dit vlot verholpen, een must voor dagelijks forens-gebruik.

Zweet en blaren
Mijn kantoorhandjes bleken stevig te gaan blaren van het roetsjen, dus moet dit gedoseerd gaan om eelt te kweken. Ook de trouwring ging af… Langzamerhand kreeg ik meer vertrouwen en routine in het fietsen. Vooral haakse bochten, rechtuit rijden zonder slingeren, het SPD-systeem en passeren van paarden vraagt oefening.

Hoogmoed en…
Na een maaltijd met een donker biertje en een artikel over mijn vrouw’s collega die 2e werd op het EK roeifietsen dook ik nog gauw de donkere polder in om daar keihard aan mijn roei-carriere te werken. Een val in een haakse onverlichte bocht met geschaafde enkel, elleboog en heup als gevolg. Ik weet mijn plek nu weer: beginner dus.

Nu de wonden zijn geheeld roets ik rustiger verder en geniet ik van de training tijdens het woon-werk verkeer zonder te racen, hoewel de fiets daar bijna om vraagt. Wie weet, tot bij het EK?

[fb_button]