Bartel Lamers’ Parijs-Brest-Parijs 2007 – II

Verslag 400 km brevet vanuit Zwolle

Zaterdag 20 juni, 13.30 uur. Het brevet voor de 400 km vanuit Zwolle is binnen!
Vijftien en een half uur, inclusief pauzes, is ruim binnen de tijd die ik mezelf gesteld had!
Voor ik vertrok had ik als doel gesteld om de 400 km in zestien uur te rijden (25 km/u gemiddeld dus), maar de pauzes had ik daar nog niet in meegerekend.

Vrijdag’s voor vertrek was nogal een drukke dag. Ik was vergeten dat het donderdag’s Hemelvaart was en had dus nog niets in huis om te eten tijdens de 400 km.
Dus vrijdag’s vroeg opstaan, inkopen doen, “wondercake” bakken, fietskleding etc. bij elkaar zoeken, de roets transportklaar maken en in het zijspan pakken.
De route voor de 400 km had ik drie weken daarvoor al via internet binnengehaald en netjes op een routerol aangebracht. Dus toch nog iets op tijd geregeld!

Om 17.00 uur weggegaan op weg naar Zwolle. De start zou pas om 21.00 uur zijn, maar het was mooi weer en lekker op mijn gemak binnendoor rijden leek me wel een goed idee om relaxed aan de start te verschijnen.
Onderweg wel wat bezorgd naar de golven op het IJselmeer gekeken. Flinke schuimkoppen deden het ergste vermoeden voor wat betreft de wind. Ruim op tijd op de startlocatie bij van der Valk aangekomen, en eerst de roets weer gemonteerd en alles klaar gezet wat ik onderweg nodig zou hebben.
Daarna lekker twee kroketjes met brood gegeten bij van der Valk, terwijl de rest van het deelnemersveld binnen druppelde, en dan maar wachten tot het 21.00 uur zou worden.

Tegen starttijd waren er naar schatting zo’n 40-50 fietsers (diverse velomobielen, bukkers en een paar liggers, en een roets dus).
Vanaf de start ging het richting Groningen (stad) voor de eerste lus van 200 km. Ik kon vanaf het begin goed meekomen in de kopgroep (hoewel het af en toe wel hard ging met de wind in de rug) en besloot om maar mee te blijven rijden omdat het wel zo makkelijk is om niet in het donker op je routebeschrijving te hoeven kijken.

Bij het keerpunt in Groningen voelde ik me fit genoeg om ook op de terugweg nog bij de kopgroep aan te pikken. Want met de tegenwind die we zouden hebben zou dat wel zo lekker zijn. Verder beviel het goed dat ik geen zorgen had of ik wel op de goede route zat.
Nadeel was wel dat ik af en toe flink moest aanpoten om weer bij groep te komen als de vaart er uit was na korte bochtjes, kruispunten, oversteken etc. Dan blijkt dat een gewone fiets toch wel wat sneller op snelheid is dan ik met m’n roets. Ik begon toen te merken dat de groep toch iets te snel voor me ging. Na ca. 170 km leek het me dan ook verstandiger om na Giethoorn de kopgroep te laten gaan en op eigen tempo verder te rijden.

Nou, dat heb ik geweten!
Tien minuten nadat ik de kopgroep had laten gaan lag ik plat op de grond in Zwartsluis!
Daar waren ze de troep na een nacht zuipen aan het opruimen. Er stond een busje dwars over de straat waar ik niet al te krap langs wilde rijden (want wie weet, misschien komt er wel een dronken boer achter die bus vandaan stappen), ik had mijn hoofdlampje aan staan waardoor ik een witte vlek van de routebeschrijving voor me had, en ik was aan het kijken hoe ik na die bus op een fietspad moest komen.
Alles bij elkaar zorgde ervoor dat ik de ronde hoek van een trottoir niet zag, waar ik dus met mijn achterwiel tegenaan reed, en daardoor onderuit ging. Gelukkig niet meer schade dan een gaatje in mijn broek en een blauwe plek op mijn heup. Dus snel verder, want tijd, daar gaat het om.

Even verderop was Hasselt het volgende dorp waar de route langs ging. Het woord Hasselt, als routeaanduiding voor de bebouwde kom, was het laatste woord dat ik op mijn routerol kon lezen, en daarom draaide ik tijdens het rijden de routerol een stukje door.
Dat moet je dus nooit doen zonder te kijken, want ik had niet in de gaten dat Hasselt het laatste woord op de bladzijde was, en ik dus doordraaide naar de volgende bladzijde.
En elke volgende bladzijde begin je weer links bovenaan met het vervolg van de route.
Doe je dat niet dan blijf je doorlezen op de rechterkolom, waar aangegeven stond dat er een controle/stempelpost was bij een “grand café”. Alleen jammer dat ik die post niet kon vinden want die bleek pas 100 km verderop in Westerbork te zijn.
Voordat ik in de gaten had wat er aan de hand was, en met het zoeken erbij was ik al weer een half uur verder!

Maar verder ging de tocht voorspoedig. Nadat ik had moeten lossen van de kopgroep dieselde ik lekker verder in mijn eigen tempo (maar 2-3 km/u langzamer) en kon de route goed zelf vinden. De tweede lus van 200 km voerde door het Drentse land.
Uiteindelijk dan na 300 km toch nog bij de controlepost in Westerbork aangekomen.
Ik voelde me nog redelijk fris en fruitig en bedacht dat ik de laatste 100 km er maar meteen achteraan moest plakken. Tijdens het eten van twee bananen en twee marsen de boegspriet even nieuw in het vet gezet en dan maar weer verder.

Helaas, ik had geen rekening gehouden met de wind die we vanaf Westerbork tegen zouden hebben. Het tempo werd lager en lager, ik begon last te krijgen van schuurplekken onder mijn oksels (Epilady aanschaffen?) en op een gegeven moment zat ik in een wel erg diepe dip,ik begon te bedenken dat ik het allemaal niet meer zo leuk vond, en dat PBP nog eens 800 km langer zou zijn. Ook vroeg ik me af of het nog wel leuk zou zijn om 600 km te rijden. Weer wat later begon ik de kans uit te rekenen dat ik PBP wel zou gaan rijden en kwam uit op een kans van 70-80% dat ik PBP helemaal niet zou gaan rijden!
Uiteindelijk maar een pauze ingelast in Gramsbergen bij een supermarkt en daar wat zoutjes en cola gekocht. Daarna ging het wel weer. Het tempo was weer iets hoger en ik draaide zelf ook weer wat soepeler nadat ik mijn voorraad vaseline voor de boegspriet onder mijn oksels had gestopt. Ook hielp het wel dat ik in de gaten kreeg dat ik niet de laatste was, want ik haalde ook nog een paar andere deelnemers in.

Uiteindelijk dus toch nog Zwolle gehaald in een, voor mijn doen, goede tijd.
Dank zij het goede weer (de wind was uiteindelijk ook weer niet zo sterk als op het IJselmeer), een goede routebeschrijving (gelukkig) is het uiteindelijk toch niet echt een ware lijdenstocht geworden.
Bij aankomst in Zwolle bleken de eerste velomobielen al om 8.15 uur te zijn gearriveerd (we praten dan over mannen als Hans Wessels, Ymte Sybrandy, en Gerrit Schotman).
Na mij moesten er nog zes fietsers binnenkomen, dus ik begon me al weer wat beter te voelen, en na een opfrisbeurt en een uitsmijter ham en kaas begon ik alweer te bedenken dat ik toch eerst maar de 600 km moet gaan rijden voor ik verdergaande beslissingen neem√�!

Wat heb ik overgehouden aan deze tocht? Rauwe oksels, schuurplekken van mijn hartslagmeter (zelf nieuw elastiek aangebracht, wat toch wel heel erg schuurt), een blaar op mijn hiel (verkeerde sokken? Nog nooit last van gehad, maar ja, ook nog nooit 400 km achter elkaar gefietst).
Wat heb ik geleerd? Dat ik de 600 km echt in mijn eigen tempo moet gaan rijden, en dat ik op de een of andere manier toch meer moet gaan eten onderweg. De vraag is alleen hoe? Bakjes aan mijn frame/stoel hangen met hartige snacks? Zoetigheid gaat me tegenstaan. Ik zal dus onderweg wel vaker een slager en bakker op gaan zoeken.

G roets, Bartel
De 600 van Zwolle

Heren Bikkels,

Blij dat jullie goed zijn aangekomen!

Ben zelf om 13.30 aangekomen. Sinds de hoosbui gisteren ben ik met Marcel Vriezekoop en Carlo opgereden en daarmee ook geëindigd.

Geen problemen onderweg, behalve dan een enkele keer verkeerd gereden (en dan is een GPS weer wel makkelijk om de route weer op te pakken).

Het gewone gebruik van een GPS valt en staat toch wel met de juiste en precieze manier van gegevens invoeren, en daar heeft Marcel nog het een en ander te leren!

Verder ging het een stuk “makkelijker” dan de 400 km. Ik ben nu toch wel serieus van plan in te schrijven voor PBP.

Natuurlijk ging het de laatste 200 km niet vanzelf, en de laatste 80 km wil ik maar gewoon vergeten, maar alles bij elkaar toch een goede 600 km gereden.

Misschien dat ik hem iets sneller had kunnen rijden als ik alleen was geweest, want de rusten waren mij te lang. Maar daar staat tegenover dat bij verkeerd rijden de GPS weer uitkomst bracht (vooral in het donker).

Net een sportmasseur over de vloer gehad die mij een uur lang onderhanden heeft genomen, en ik moet zeggen, dat voelt goed aan.

Bartel

Verslag 400 km brevet vanuit Zwolle

Zaterdag 20 juni, 13.30 uur. Het brevet voor de 400 km vanuit Zwolle is binnen!
Vijftien en een half uur, inclusief pauzes, is ruim binnen de tijd die ik mezelf gesteld had!
Voor ik vertrok had ik als doel gesteld om de 400 km in zestien uur te rijden (25 km/u gemiddeld dus), maar de pauzes had ik daar nog niet in meegerekend.

Vrijdag’s voor vertrek was nogal een drukke dag. Ik was vergeten dat het donderdag’s Hemelvaart was en had dus nog niets in huis om te eten tijdens de 400 km.
Dus vrijdag’s vroeg opstaan, inkopen doen, “wondercake” bakken, fietskleding etc. bij elkaar zoeken, de roets transportklaar maken en in het zijspan pakken.
De route voor de 400 km had ik drie weken daarvoor al via internet binnengehaald en netjes op een routerol aangebracht. Dus toch nog iets op tijd geregeld!

Om 17.00 uur weggegaan op weg naar Zwolle. De start zou pas om 21.00 uur zijn, maar het was mooi weer en lekker op mijn gemak binnendoor rijden leek me wel een goed idee om relaxed aan de start te verschijnen.
Onderweg wel wat bezorgd naar de golven op het IJselmeer gekeken. Flinke schuimkoppen deden het ergste vermoeden voor wat betreft de wind. Ruim op tijd op de startlocatie bij van der Valk aangekomen, en eerst de roets weer gemonteerd en alles klaar gezet wat ik onderweg nodig zou hebben.
Daarna lekker twee kroketjes met brood gegeten bij van der Valk, terwijl de rest van het deelnemersveld binnen druppelde, en dan maar wachten tot het 21.00 uur zou worden.

Tegen starttijd waren er naar schatting zo’n 40-50 fietsers (diverse velomobielen, bukkers en een paar liggers, en een roets dus).
Vanaf de start ging het richting Groningen (stad) voor de eerste lus van 200 km. Ik kon vanaf het begin goed meekomen in de kopgroep (hoewel het af en toe wel hard ging met de wind in de rug) en besloot om maar mee te blijven rijden omdat het wel zo makkelijk is om niet in het donker op je routebeschrijving te hoeven kijken.

Bij het keerpunt in Groningen voelde ik me fit genoeg om ook op de terugweg nog bij de kopgroep aan te pikken. Want met de tegenwind die we zouden hebben zou dat wel zo lekker zijn. Verder beviel het goed dat ik geen zorgen had of ik wel op de goede route zat.
Nadeel was wel dat ik af en toe flink moest aanpoten om weer bij groep te komen als de vaart er uit was na korte bochtjes, kruispunten, oversteken etc. Dan blijkt dat een gewone fiets toch wel wat sneller op snelheid is dan ik met m’n roets. Ik begon toen te merken dat de groep toch iets te snel voor me ging. Na ca. 170 km leek het me dan ook verstandiger om na Giethoorn de kopgroep te laten gaan en op eigen tempo verder te rijden.

Nou, dat heb ik geweten!
Tien minuten nadat ik de kopgroep had laten gaan lag ik plat op de grond in Zwartsluis!
Daar waren ze de troep na een nacht zuipen aan het opruimen. Er stond een busje dwars over de straat waar ik niet al te krap langs wilde rijden (want wie weet, misschien komt er wel een dronken boer achter die bus vandaan stappen), ik had mijn hoofdlampje aan staan waardoor ik een witte vlek van de routebeschrijving voor me had, en ik was aan het kijken hoe ik na die bus op een fietspad moest komen.
Alles bij elkaar zorgde ervoor dat ik de ronde hoek van een trottoir niet zag, waar ik dus met mijn achterwiel tegenaan reed, en daardoor onderuit ging. Gelukkig niet meer schade dan een gaatje in mijn broek en een blauwe plek op mijn heup. Dus snel verder, want tijd, daar gaat het om.

Even verderop was Hasselt het volgende dorp waar de route langs ging. Het woord Hasselt, als routeaanduiding voor de bebouwde kom, was het laatste woord dat ik op mijn routerol kon lezen, en daarom draaide ik tijdens het rijden de routerol een stukje door.
Dat moet je dus nooit doen zonder te kijken, want ik had niet in de gaten dat Hasselt het laatste woord op de bladzijde was, en ik dus doordraaide naar de volgende bladzijde.
En elke volgende bladzijde begin je weer links bovenaan met het vervolg van de route.
Doe je dat niet dan blijf je doorlezen op de rechterkolom, waar aangegeven stond dat er een controle/stempelpost was bij een “grand café”. Alleen jammer dat ik die post niet kon vinden want die bleek pas 100 km verderop in Westerbork te zijn.
Voordat ik in de gaten had wat er aan de hand was, en met het zoeken erbij was ik al weer een half uur verder!

Maar verder ging de tocht voorspoedig. Nadat ik had moeten lossen van de kopgroep dieselde ik lekker verder in mijn eigen tempo (maar 2-3 km/u langzamer) en kon de route goed zelf vinden. De tweede lus van 200 km voerde door het Drentse land.
Uiteindelijk dan na 300 km toch nog bij de controlepost in Westerbork aangekomen.
Ik voelde me nog redelijk fris en fruitig en bedacht dat ik de laatste 100 km er maar meteen achteraan moest plakken. Tijdens het eten van twee bananen en twee marsen de boegspriet even nieuw in het vet gezet en dan maar weer verder.

Helaas, ik had geen rekening gehouden met de wind die we vanaf Westerbork tegen zouden hebben. Het tempo werd lager en lager, ik begon last te krijgen van schuurplekken onder mijn oksels (Epilady aanschaffen?) en op een gegeven moment zat ik in een wel erg diepe dip,ik begon te bedenken dat ik het allemaal niet meer zo leuk vond, en dat PBP nog eens 800 km langer zou zijn. Ook vroeg ik me af of het nog wel leuk zou zijn om 600 km te rijden. Weer wat later begon ik de kans uit te rekenen dat ik PBP wel zou gaan rijden en kwam uit op een kans van 70-80% dat ik PBP helemaal niet zou gaan rijden!
Uiteindelijk maar een pauze ingelast in Gramsbergen bij een supermarkt en daar wat zoutjes en cola gekocht. Daarna ging het wel weer. Het tempo was weer iets hoger en ik draaide zelf ook weer wat soepeler nadat ik mijn voorraad vaseline voor de boegspriet onder mijn oksels had gestopt. Ook hielp het wel dat ik in de gaten kreeg dat ik niet de laatste was, want ik haalde ook nog een paar andere deelnemers in.

Uiteindelijk dus toch nog Zwolle gehaald in een, voor mijn doen, goede tijd.
Dank zij het goede weer (de wind was uiteindelijk ook weer niet zo sterk als op het IJselmeer), een goede routebeschrijving (gelukkig) is het uiteindelijk toch niet echt een ware lijdenstocht geworden.
Bij aankomst in Zwolle bleken de eerste velomobielen al om 8.15 uur te zijn gearriveerd (we praten dan over mannen als Hans Wessels, Ymte Sybrandy, en Gerrit Schotman).
Na mij moesten er nog zes fietsers binnenkomen, dus ik begon me al weer wat beter te voelen, en na een opfrisbeurt en een uitsmijter ham en kaas begon ik alweer te bedenken dat ik toch eerst maar de 600 km moet gaan rijden voor ik verdergaande beslissingen neem√�!

Wat heb ik overgehouden aan deze tocht? Rauwe oksels, schuurplekken van mijn hartslagmeter (zelf nieuw elastiek aangebracht, wat toch wel heel erg schuurt), een blaar op mijn hiel (verkeerde sokken? Nog nooit last van gehad, maar ja, ook nog nooit 400 km achter elkaar gefietst).
Wat heb ik geleerd? Dat ik de 600 km echt in mijn eigen tempo moet gaan rijden, en dat ik op de een of andere manier toch meer moet gaan eten onderweg. De vraag is alleen hoe? Bakjes aan mijn frame/stoel hangen met hartige snacks? Zoetigheid gaat me tegenstaan. Ik zal dus onderweg wel vaker een slager en bakker op gaan zoeken.

G roets, Bartel

De 600 van Zwolle

Heren Bikkels,

Blij dat jullie goed zijn aangekomen!

Ben zelf om 13.30 aangekomen. Sinds de hoosbui gisteren ben ik met Marcel Vriezekoop en Carlo opgereden en daarmee ook geëindigd.

Geen problemen onderweg, behalve dan een enkele keer verkeerd gereden (en dan is een GPS weer wel makkelijk om de route weer op te pakken).

Het gewone gebruik van een GPS valt en staat toch wel met de juiste en precieze manier van gegevens invoeren, en daar heeft Marcel nog het een en ander te leren!

Verder ging het een stuk “makkelijker” dan de 400 km. Ik ben nu toch wel serieus van plan in te schrijven voor PBP.

Natuurlijk ging het de laatste 200 km niet vanzelf, en de laatste 80 km wil ik maar gewoon vergeten, maar alles bij elkaar toch een goede 600 km gereden.

Misschien dat ik hem iets sneller had kunnen rijden als ik alleen was geweest, want de rusten waren mij te lang. Maar daar staat tegenover dat bij verkeerd rijden de GPS weer uitkomst bracht (vooral in het donker).

Net een sportmasseur over de vloer gehad die mij een uur lang onderhanden heeft genomen, en ik moet zeggen, dat voelt goed aan.

Bartel

[fb_button]